De keizer brandt zijn vingers in Broek in Waterland

 Een must voor toeristen

Broek in Waterland was een verplicht nummer voor de buitenlandse toerist in de 18e en 19e eeuw. In hun verslagen verbazen deze reizigers zich vooral over de uitzonderlijke properheid van het dorp, de tuintjes in postzegelformaat en de pastelkleuren waarin de houten huizen geverfd zijn. Broek was op dat moment geen schippersdorp meer, veepest en overstromingen hadden een einde gemaakt aan de veehouderij. Begin 19e eeuw, tijdens Napoleons bezoek, waren het vooral de handel en het verzekeringswezen waarmee de inwoners hun geld verdienden. Dan is het een stuk makkelijker de boel proper te houden.

Hoogst vereerd

Keizer Napoleon werd op dinsdagochtend 15 oktober 1811 feestelijk welkom geheten door burgemeester Harmen Janz. Bakker en notaris Gerrit de Ruyter. Er waren, zoals overal op zijn reis door Holland, voorbereidende maatregelen genomen. Er stonden erebogen in het dorp, de klok werd geluid, er hingen vlaggen op de kerk en het weeshuis, schrijft burgemeester Bakker, en de eigenaar van de meelmolen […] alsmede de vaartuigen, die zich alsdan op onse plaats bevinden’ werd bevolen ‘ dat zij hunne vreugde ten duidelijksten te kennen geven.’

Het verhaal gaat dat de keizer zijn schoenen heeft uitgetrokken bij het binnengaan van een of meerdere huizen. Dat werd in die tijd van elke bezoeker geëist door de propere Broekse vrouwen. Het verhaal gaat dat Napoleon in de keuken van de burgemeester een deksel van een pan oplichtte, die nog roodgloeiend was van het vuur, en zijn vingers brandde.

‘Bezoek Broek’

De keizer lijkt onder de indruk te zijn geweest van het dorp, want hij schreef diezelfde dag nog een brief aan zijn echtgenote Marie Louise, die in Amsterdam was gebleven. De brief begint met ‘Mijn vriendin’ en eindigt met ‘Geheel de jouwe, je NAP’. Hij raadt  haar aan het dorp ook te bezoeken: ‘Ik wil je zeggen het dorp Broek te bezoeken, je kunt ook naar Haarlem gaan.’

Het bericht van de keizer is waarschijnlijk met grote spoed aan zijn gemalin overgebracht, want al dezelfde dag besluit ook zij naar Broek in Waterland te gaan. Daarbij bezoekt zij een woning, volgens de overlevering zou ze die via de porte fatale hebben betreden. Sommige van de houten huizen in Broek hebben een ceremoniële voordeur die alleen werd gebruikt bij bruiloften of begrafenissen, de zogenaamde dooddeur. ‘Dood en bruid gaan de voordeur uit,’ luidt een rijmpje. Verder is Marie Louise mogelijk in de sierlijke koepel aan het water geweest (waarschijnlijk die van Bakker).

Melling

Het dorp dat Napoleon en Marie Louise in 1811 hebben gezien is nog behoorlijk hetzelfde gebleven. Dat is mooi te zien op het schilderij ‘Gezicht op Broek’ dat Antoine-Ignace Melling in 1812 schilderde en waar hier een kopie van staat. Het bord staat ongeveer op de plek vanwaar Melling zijn gezicht op Broek geschilderd heeft.

De Duitse kunstschilder Antoine-Ignace Melling (1763-1831) was in dienst van de keizer, zijn opdracht was om permanent prenten te leveren aan het ministerie van Buitenlandse Zaken. In 1812 bezoekt Melling de keizerlijke departementen in het noorden, waaronder Holland om steden en dorpen die vast te leggen. Melling bezocht onder andere Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Arnhem en Middelburg. En dus Broek in Waterland, waar hij ‘Gezicht op Broek’ maakte.

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0