De wereld van de Amsterdamse kunstenaar, 64 – Fabrice

Fabrice maakt tekeningen in zwart wit en kleur, kleurrijke schilderijen en mozaïeken. Op diverse plaatsen in Amsterdam zijn de mozaïeken te zien. Fabrice, voluit Fabrice Hünd, is een echte Amsterdamse kunstenaar, geboren in de Rustenburgerstraat en vanaf zijn derde jaar in de Lassustraat, niet ver van het Vondelpark.

Op een mooie junidag spreek ik Fabrice bij zijn atelier ‘Galerotiek Fabrice’ aan de Jacob van  Lennepkade 137. Hij zit buiten te schilderen. Hij draagt een blauw beschilderd shirt. Ik zie een draaimolen met prominent een mooie dame in beeld. Fabrice: “Het gaat over het theaterfestival De Parade. Ik schilder het met olieverf.”

Astrid Roemer

Aan de stoeprand staat een stevige rode bakfiets met de bak bij het stuur. In die bak zullen veel van zijn schilderijen zijn vervoerd. “Het is mijn alleroudste transportfiets. Hij is zwaar gebouwd met een laag zwaartepunt. Ik wil ‘m elektrisch laten maken met een nieuwe koppeling.”

We lopen het atelier in. Links en rechts kijken tientallen schilderijen in felle kleuren ons aan. Onder andere een dame die uit een tulp te voorschijn komt en enige zwarte schonen. “Dat schilderij is gemaakt ter ere van de schrijfster Astrid Roemer. In 2016 ontving zij de P.C. Hooftprijs voor haar oeuvre. Er waren begeleidende exposities in het CBK-Amsterdam-oost en in de Openbare Bibliotheek van Den Haag en Almere.”

Autonome geest

Fabrice zit 25 jaar in zijn atelier, dat in 2011 de naam Galerotiek Fabrice kreeg. Daarnaast heeft hij nog een atelier in de Pijp voor zijn tekeningen en een verkooppunt in Hilversum, aan de Varenmeent: de Galeuropique. Hij doet veel aan recycling, zo gebruikt hij vaak oude lijsten en kastdeurtjes.

Hij verkoopt veel door mensen in zijn atelier uit te nodigen: “Door verkoop in eigen beheer kan ik mijn werk betaalbaar houden. Ik leg veel contacten in het veld, daar komen de meeste verkopen en opdrachten uit. Ik ben geen fan van internet, maar gebruik toch Facebook en ben bezig de mogelijkheden van Instagram te leren.  Ik ben een kunstschilder met een autonome geest,  ik werk als het ware nog zoals het was in de vroege 20e eeuw, als een levend fossiel.  Maar ik kan nog steeds van mijn werk leven. Je moet er wel hard voor werken.”  

Kunstzinnige familie

Fabrice komt uit een kunstzinnige familie. “In mijn moeders familie kwamen musici, schrijvers en leraren voor. Zijzelf volgde de Koninklijke Academie in Den Haag en studeerde daar beeldhouwen, tekenen en schilderen. Mijn vaders familie, de familie Hünd, komt uit Noord-Duitsland. In die familie kwamen veel handwerkslieden, vakmensen en ook uitvinders voor. Adriaan Hünd was keramist en Cor Hünd een bekende beeldhouwer. Daar kwam ik pas later achter. Samen met Hildo Krop heeft hij voor veel beelden in Amsterdam gezorgd.”  

“Mijn ouders kwamen enigszins beschadigd uit de oorlog. Mijn moeder had in het Jappenkamp gezeten, mijn vader was zijn familie en zijn geld kwijt. Ze moesten hun bestaan opnieuw bij elkaar harken. Mijn ouders gingen op gegeven moment scheiden en mijn vader, mijn broers en zusje en ik bleven wonen in de buurt van het Vondelpark in een groot huis, waar maar één gaskachel was. Ik had grote behoefte om aan al die narigheid te ontsnappen. Dat deed ik door piano en viool te spelen en te schilderen. Naast schilderen zat ik het liefst te trommelen, maar dat werd mij door mijn familieleden niet in dank afgenomen.” 

Fabrice had naar het conservatorium gekund, maar koos na enig wikken en wegen voor de beeldende kunst. Hij tekende al toen hij een jaar of vijf was. “In het plafond van mijn slaapkamer zaten twee gaten. Het leken twee boze ogen die mij angstaanjagend aankeken. Er zat ook een barst in het plafond die leek op een grote mond die mij op kon eten. Van die ogen heb ik twee paardenkoppen gemaakt en van die mond iets anders. Daarna was het angstbeeld weg.”

Rijksakademie

Hij ging naar de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam en voelde zich daar helemaal thuis. Hij probeerde alle stijlen uit, maar kwam al snel tot een eigen stijl. “Veel heldere kleuren. Ik schilderde (en schilder nog steeds) veel vrouwen, maar ook veel landschappen, dieren – ‘Ik ben een echte dierenliefhebber. Vanaf mijn tiende had ik de onbedwingbare behoefte alle dieren van de wereld af te beelden’ - , mannen, kindjes.” Eenmaal van de Akademie af schilderde hij zowel in zijn atelier als in de openbare ruimte, vaak op dichtgetimmerde gevels van de panden in de Pijp die gesloten waren wegens bouwvalligheid. Jaren later resulteerde dit in grote mozaïekwerken.

Het waren de jaren ’80. “Onze generatie kwam op, maar het geld was op. We moesten inventief zijn en onze eigen weg bevechten. Tegenwoordig is er weer geld, maar je ziet dat het besteed wordt aan grote commerciële evenementen. Leuke kleine winkels, ambachtelijke werkplaatsen en galeries moeten vechten voor hun bestaan door steeds maar hoger wordende huren.”

De vierde dimensie

Fabrice had verschillende periodes, maar door alle die periodes heen bleven de beelden en de kleuren centraal. “Ik heb ook wel surrealistische werken gemaakt. En ‘Serendipity-werken’. Daarbij gaat het op een ongeplande ontdekking. Dan maakte ik een patroon dat bij toeval ontstond en ging dan sommige stukjes zwart en andere wit maken. Het is een soort componeren in een grensgebied. Het leidt tot een bredere manier van kijken.”

Zoekende naar de ‘vierde dimensie’ maakte Fabrice op basis hiervan schilderijen met een meervoudig perspectief. Zo ontstond bijvoorbeeld het werk ‘Bonaire’ en ‘De verminkte man’ (2009). “Het gaat verder dan wat Picasso deed. Het is een soort röntgenkunst, waarbij je door de dingen heen kijkt. Het opende nieuwe wegen. Beckman opende al eerder mijn ogen. Als je zoiets ‘uitvindt’ zijn er altijd mensen die het willen overnemen. Dat is gewoon hoe het gaat. Zelf neem ik bewust of onbewust ook dingen over, als ik die zie.”

In de jaren ’60 vervaagde men de grenzen tussen originele kunst en reproducties. “Dat kwam onder andere door kunstenaars als Warhol. Kunst is – naar mijn mening – onreproduceerbaar. Gaandeweg werd de reproductie-techniek misbruikt. Daarom maak ik alleen maar originele tekeningen en schilderijen.”  

Zes grote mozaïeken

Met de zes grote mozaïeken die van Fabrice in Amsterdam te zien zijn, begon hij doordat eerdere muurschilderingen op plekken beschadigd raakten of verdwenen door renovatie of herinrichting. Zie ook: 
http://vimeo.com/76034209

Hij maakte zich al doende meester van de mozaïektechniek. “Ik begon mijn projecten op eigen initiatief en maakte het later in orde met de gemeente, dat waren de Stadsdeelraden. Nu moet alles officieel. De gemeente is nu zelf bezig met grote muurschilderingen en heeft daartoe stadscuratoren, commissies en organisaties ingesteld, die bepalen wat er gebeurt.”  

In het boek ‘Fabrice Hünd, Werken is leven’ (Amsterdam, 2017) is zijn hele loopbaan met veel illustraties vastgelegd. “Het boek laat dingen zien die nu niet meer kunnen. Ik schilderde bijvoorbeeld op de Dam bij de Eurotop van 1997. Als ik dat nu zou gaan doen, zou ik met zachte woorden dan wel met harde hand verwijderd worden.”

Vogelvrij

Hoe ervaart hij het kunstleven? “Fijn, het past bij mij en tegelijkertijd als heel stressvol. Schilderen en tekenen is mijn vak, mijn beroep, maar de handel totaal vogelvrij. Dus je bent niet alleen vrij, maar ook vogelvrij, buiten de maatschappij geplaatst. Je past niet in een stramien. Jaarlijks zijn er in de stad honderden evenementen. Het aanbod is niet bij te houden. Deze tijd is voor ons kunstenaars moeilijker dan de jaren ’80, zelfs moeilijker dan de jaren van de wederopbouw. Een onderzoek van de Kunstenbond is tot deze conclusie gekomen. Iedereen vliegt en reist tegenwoordig. Wat een rijkdom! Het schijnt ook een top van rijkdom te zijn, dat iedereen zich kunstenaar kan noemen. En al die zgn. Kunstenaars laten zich misbruiken om aandacht te vestigen op maatschappelijke problemen, waar de Goede-Doelen-industrie weer garen bij spint. Ik heb als jongeling het beroep gekozen van kunstschilder en voel mij door de ontwikkelingen van de afgelopen jaren in mijn keuze aangevallen. Er valt nog veel te verbeteren, ook al is iedereen in Nederland politiek gesproken rijk.”

In den Beginne was het Beeld

Kan hij nader ingaan op zijn artistieke filosofie? Fabrice: “Zeker. In de Bijbel staat: ‘In den Beginne was het Woord’. Daar ben ik het niet mee eens. In den beginne was het Beeld. De mens moet eerst kijken, ruiken, om te overleven. Het beeld is superbelangrijk voor de ontwikkeling van de hersenen, dat wordt  onderschat. De sociale media maken mensen lui. Toch speelt taal op die media en ook daarbuiten een grote rol. Met taal beschrijf je een beeld dat er is. Bijna alle dingen die populair zijn, hebben met taal te maken: opera, rap, stripverhaal. Reclame die het goed doet, doet dat vanwege taal. Je hebt de Literatuurprijzen, allemaal taal. Maar de taal probeert altijd een beeld te schetsen. Schilders bij uitstek maken beelden waar geen taal bij te pas komt, het zijn diehards die door gaan. Kandinsky gaf geen titel aan zijn schilderijen. Nu krijgt alles een titel. Tegenwoordig is beeld om het beeld een moeilijke en gevaarlijke bezigheid.”

Geen woorden maar beelden

Fabrice gebruikt geen woorden, maar beelden. “Zo doe ik mijn dingen. Met woorden kun je in een penibele situatie terecht komen. Ik heb Theo van Gogh gewaarschuwd zijn toon te matigen. Dat deed hij niet en je ziet, wat daarvan gekomen is. Als je uitgaat van het beeld, blijkt dat je veel kan beïnvloeden in wereld, rustig en zonder agressie. Werkelijke vrijheid is in vrijheid werk maken zoals jij dat wilt. Niemand kan mij vertellen wat ik moet schilderen. Tegenwoordig is er weer een nieuwe preutsheid en zou naakt niet kunnen zoals voorheen. Terwijl ik naakte mensen op schilderijen en mozaïeken schilder wat niet kapot wordt gemaakt. Er is trouwens veel hypocrisie. Naakte vrouwen kunnen in de commercie wel. Kunst in beelden kan een belangrijke brug slaan tussen culturen wat woorden lang niet altijd kunnen. Beelden kunnen kracht geven.”

En tot slot: “Ik ben blij, dat er mensen naar mij hebben geluisterd, zoals ik ook naar hen heb geluisterd.”

Afbeeldingen

1) Party Time, olieverf op doek, h 80 cm x b 60 cm, 2) Vrije Vliegers, olieverf op doek,    h 60 cm x b 75 cm, 3) Poeslief, olieverf op doek, h 50 cm x b 60 cm, 4) zonder titel, inkt/potlood op papier, h 36 cm x b 23,5 cm, 5) zonder titel, gemengde techniek op papier, h 36,5 cm x b 27,5 cm, 6) Blik in de nieuwe tijd, olieverf op doek, h 100 cm x b 70 cm, 7) Elegante Extravagance, olieverf op doek, h 75 cm x b 51 cm, 8) Brandend Licht, olieverf op doek, 70 cm x 70 cm, 9) Hartediefjes,    olieverf op paneel, h 58 cm x b 90 cm, 10) Reptielendans, olieverf op paneel, h 73 cm x b 50 cm, 11) Oranje amazone, olieverf op doek, h 120 cm x b 90 cm, 12) zonder titel, gemengde techniek op papier, h 30 cm x b 40 cm, 13) zonder titel, gemengde techniek op papier, h 40 cm x b 50 cm, 14) Fabrice Hünd in atelier, foto: Roy Tee   

http://www.fabrice.nu/
https://www.saatchiart.com/survivor

http://bit.ly/35lmWAB

Circa:
Nee

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0