De wereld van de Groningse kunstenaar, 2 - Joyce Eijkhout

In het werk van Joyce Eijkhout zijn vaak tweelingen of meerlingen te zien. Ze voegde lang twee- en driedimensionaal samen. In haar jongste schilderijen werkt ze vooral naar de waarneming. “De platte elementen zijn er uit.”

Waarom schildert ze zo vaak tweelingen of meerlingen? Joyce: “Mijn thema is allerlei aspecten van het ‘zelf’. Vaak zie je tweelingen of meerlingen. Is ze dan zelf deel van een tweeling? “Dat vermoed ik. Ik heb altijd het gevoel gehad dat er een stukje van mij niet is. Ik denk dat ik inderdaad deel van een tweeling ben. Als kind had ik het ook vaak over ‘wij’. Heerlijk voer voor psychoanalyse. Maar het gaat vooral over de persoonlijkheid en het alter-ego. De ware ik (was is dat eigenlijk?) en de superheld.”

Losbreken

In haar allernieuwste werken, die ze 28 november laat zien in galerie Ann’s Art in Groningen zie je een aantal jongedames in lingerie om de tafel. Joyce: “Het idee was om ‘situaties aan de keukentafel’ als uitgangspunt te nemen, gegoten in een jaren ’50 jasje en met heerlijke gerechten, tupperware en kooktermen als titel.

Door een droom realiseerde ik me dat ik me in mijn eigen keuken bevond, maar een heel kasteel tot mijn beschikking heb en vroeg me af waarom ik me tot één ruimte beperkte. Ik kreeg zin om juist de beweging uit die keuken, richting andere locaties te schilderen. Hierdoor kwamen de doeken waarop meiden zich klaar maken voor de nacht. Achter het raam zie je de contouren van een stad, mijn stad. Daar gaan ze heen. Het gaat over losbreken, dansen met het zelf.

Dansen met een duivels accent als in verleiding, verlangen, lust, sex en erotiek, feromonen, eeuwige jeugd (botox/facelifts), roem, alles is te koop, vergankelijkheid, emancipatie, instant geluk, geleende tijd en Power (terwijl de wereld in brand lijkt te staan).”

Instant geluk

De schilderijen kunnen het best omschreven worden als afleveringen van een soap/stripboek, zegt ze. Joyce groeide op in een vrijgevochten hippie gezin, met een moeder die onder andere bij de vrouwenbeweging zat en vocht voor de rechten van de vrouw. Met de laatste twee doeken (Yo Bitches en White Lady) stelt ze vragen.

“Ik vind het zo schokkend dat vrouwen zo hebben moeten knokken voor gelijke rechten en alle verworvenheden om zeep lijken te helpen met wat eigenlijk? Of gaat het juist over eigen baas kunnen zijn en is het een meerwaarde dat we daar voor kiezen? Is dat misschien het moderne feminisme? Het is bizar dat er zoveel mensen geholpen zouden zijn met het geld dat omgaat in de schoonheidsindustrie, dat we miljarden investeren in cosmetische ingrepen, dat Botox heel gewoon is geworden. Waarom zijn we zo ontevreden? Wie vertelt ons dat we lelijk zijn of dat ouder worden dat is? Waarom lijkt alles op te houden als we 40+ worden? Wat zou ik doen als ik de mogelijkheid had?

Ze zag dit bevestigd toen ze een aflevering van het programma ‘Sophie in de kreukels’ van Sophie Hilbrand zag. “Zij stelt exact dezelfde vragen en komt tot dezelfde conclusie: vrouwen vertellen elkaar dat ze het nodig hebben.”  Ook de witte pijpjes met coke op White Lady passen daarin. “Dat staat voor instant geluk en de uiterlijke schoonheid van de meiden staat voor oppervlakkigheid en ook tevredenheid. Coke bijvoorbeeld zet het alter-ego op de voorgrond, geeft een superhelden gevoel, maar is ook geleende tijd. Het neemt en ontneemt, in plaats van geven.”

Film-stills

Haar doeken zijn van een relatief groot formaat. “Het wordt me vaak gevraagd waarom ik niet kleiner werk. Juist dit recente werk ervaar ik zelf als een soort klassiek thema, wat vraagt om groot formaat. Daarmee ga ik tegen de trend in om klein werk, dat ook sneller verkoopt, te maken.”

Joyce Eijkhout voelt altijd de drang naar vernieuwing. In de jaren na haar afstuderen aan de Groningse Minerva Academie (1997) hield de reis van Odysseus haar een tijd bezig. “Ik vroeg me af hoe onbevangen we geboren worden. Hoe groot is de invloed van genen, familie en omgeving op je ontwikkeling als individu? Wat is ego? Wie ben ik?”

Ze schilderde mensen en met name gezichten die het beste te typeren waren als androgyne wezens. Persoonlijke elementen waren aan de door haar geschilderde mensen onttrokken, waardoor alle aandacht naar de gezichtsuitdrukking en lichaamstaal ging. Ze plaatste de gedepersonaliseerde personen in een geënsceneerde situatie, die deed denken aan film-stills of theater.

Piglet o piglet

En er kwamen schilderijen als ‘Maxima Culpa’ met baby’s zoals we ze kennen van de zilverplaat fotografie, weergegeven in zwarte rouwjurkjes. “Hiervoor had ik een reliëfpasta gebruikt, om de kantjes erop te leggen om zo een aaibaarheidsfactor te creëren. Het grappige vind ik dat niemand dat durft aan te raken. Dus dat was zo’n ding van mezelf. Ook in musea moet ik me altijd enorm inhouden om niet overal aan te komen. Dat kan trouwens tegenwoordig ook niet meer. Alarmbellen zijn heel naar. Gelukkig heb ik de Nachtwacht nog gestreeld … en Geesje Kwak (van Breitner).  
Ruiken kan gelukkig nog wel.”

Tussen 2000 en 2004 had ze nogal eens werk met een maatschappelijk statement. “Zoals ‘Piglet o piglet’. Ik zag het zoveelste gruwelijke beeld op tv met varkens die met zo’n grote stalen grijper in een container werden gegooid. Ik wilde een cadeautje kopen voor mijn dochter en wat inspiratie opdoen en ging naar een winkeltje vergelijkbaar met Kitsch Kitchen en zag daar een rubberen handpop, een biggetje. Het was werkelijk, net echt. De poriën waren zelfs zichtbaar … nou ja, dat was alleen maar mogelijk met een echte big als mal …”

In een streek

De schilderijen werden grafischer, wat uiteindelijk resulteerde in het laatste schilderij van een serie naar aanleiding van een Japanse houtsnede, ‘Ukiyo-e’, uit het Edo tijdperk. “Ik wilde die vlakverdeling begrijpen. Dit schilderij kreeg een nog grotere uitgesproken twee- en driedimensionale combinatie. Ik wilde zien hoe ver je daarin kon gaan.”

Het grafische gedeelte was ingewikkeld om strak en vooral dekkend op het linnen te zetten. “En er waren een aantal onderdelen, zoals de bamboe, die ik uit de hand in een streek erop moest zetten. De transparantie die je dan krijgt, maakt het veel geloofwaardiger en ruimtelijker. Het was overigens heerlijk om je hele lijf te gebruiken met schilderen, om je lijf als centraal punt nemen en vanuit de beweging bijvoorbeeld een cirkel trekken. Ik doe sindsdien niet anders meer. Je krijgt er zulke mooie lijnen door.” 

What’s app

De werken rond 2006 t/m 2011 gingen over het hyven, twitteren etc. van haar toen puberende dochter. “Ze vloog als een razende over dat toetsenbord en terwijl ze me om advies vroeg over een bepaald contact, ratelde ze mijn antwoord al op de computer en drukte enter, nog voor ze besefte wat ze eigenlijk geschreven had. Dit leverde af en toe zulke hilarische situaties, dat ik ze ben gaan schilderen. Plus mijn eigen vragen en bevindingen over dit digitale tijdperk, weergegeven met bakelieten telefoons en Underwood typemachines. 

Ze had net het schilderij ‘What’s app’ gemaakt met twee verstoord opkijkende meiden, druk typend, als verwijzing naar what’s app. “Een paar maanden later had Koefnoen exact dezelfde situatie in een scène neergezet. Dat zie je vaker. Dat dezelfde ideeën tegelijkertijd ontstaan.”

Naar waarneming

Hoe gaat ze te werk? “Ik begin met een model en ga verder zo ongeveer te werk als de fotograaf Ruud van Empel dat doet. Net als hij creëer ik een nieuw beeld door onderdelen van mensen samen te voegen tot een nieuw geheel. Ik ensceneer het al schilderend. Dan voeg ik daar allerlei elementen aan toe, zoals rubberen pruiken etc. Dit leverde bijvoorbeeld ‘Appeltjes van oranje’ en ‘Having Holiday’ op. Het verwees ook naar de old-school fotografie studio begin 1900, waar je je kon laten fotograferen in een aangeklede studio (bijvoorbeeld een tropisch strand).” 

Hiervoor maakte ze soms gebruik van een naïef perspectief en/of platte onderdelen. “Het idee was dat je niet altijd alles hoeft uit te werken met schilderen. Een verwijzing kon soms volstaan, omdat je brein het af maakt. Het brein associeert bijvoorbeeld blauw met lucht en ruimte, groen met gras. Daarnaast waren de platte kledingstukken een verwijzing naar de papieren aankleed poppetjes van de jaren ’70. Dit gaf een vervreemdend effect. Het perspectivische verdwijnpunt legde ik meestal op ooghoogte, dit maakte dat de kinderen imposanter overkwamen. Meestal schilder je kinderen met een lager verdwijnpunt omdat degene die ze fotografeert of schildert groter is en naar beneden kijkt.”

In haar huidige werk zaten tot het een na laatste schilderij nog platte elementen maar ineens was ze er klaar mee. “Het had z’n functionaliteit verloren. Voor de komende schilderijen wil ik vooral naar waarneming werken. Het laatste doek voor de tentoonstelling bij Ann’s Art die opent op 28 november, is de sleutel voor de komende periode.” Ook een nieuwe ontwikkeling in het laatste werk is dat de focus op ‘het zelf’ ruimte maakt voor meerdere personen, meerdere ego’s.

Het Vlot van Medusa

Dat houdt in dat ze allerlei geënsceneerde situaties in een keer gaat fotograferen. “’Het Vlot van Medusa’ waar ik al jaren over nadenk om te schilderen, valt nu op z’n plek. Ik voelde weerstand om dat doek te nemen, omdat het al vaak gebruikt is. Ik wil het nu juist gaan gebruiken voor onderzoek. Dat betekent dat alle mensen op een vlot (of iets wat dat suggereert)  in mijn atelier komen te liggen en er foto’s gemaakt gaan worden. Want het is geen doen voor modellen om dagen achtereen zo te liggen. Het zijn dan geen drenkelingen, maar dronkelingen.“ Ze heeft al een naam als uitgangspunt in haar hoofd voor dit schilderij ‘Queen for one night’.

Kill your darlings’ is haar filosofie. Dat vindt ze essentieel om te groeien en tot de kern te komen en om zichzelf te overstijgen. “Het kan en moet bij elk volgend schilderij beter. Maar ook en bovenal misschien wel: denk vijf minuten na voordat je iets doet.” Iedere keer ontdekte ze dat als ze tot de kern wilde komen van iets dat haar ontroerde of raakte, het verstandig was een analyse- en brainstorm moment te nemen.

“Vroeger begon ik gewoon met iets wat me raakte of met het beeld wat in mijn hoofd zat en liet me meevoeren met de ontstane beelden en de daaruit volgende, nu doe ik het tegelijk. Ik was altijd een beetje dwars daarin. Ik vond dat je beelden niet moest analyseren terwijl je werkte, het antwoord zou vanzelf wel komen. Nu ben ik van mening dat het efficiënter kan en moet. En het werkt. Misschien omdat ik nu ouder ben.”

Techno beat

Ze vindt het een heerlijk vak, het kunstenaarschap, maar financieel is het wel goed uitkijken en plannen. “Sinds een paar maanden lijkt de markt gelukkig weer wat aan te trekken. Portretopdrachten liepen altijd wel door, maar het zijn er opvallend meer.”

Van een vriend hoorde ze over een hersenchirurg die opereerde met de muziek van old school techno in zijn oren. Dat wilde ze ook wel eens ervaren. “Het werkte ook bij mij. Dus ik sta tegenwoordig ook te kwasten op onder andere techno- of elektronische muziek. White Lady bijvoorbeeld is gemaakt met Ian Dillon –ADE after partymix, Fluke en Leftfield. Je hart neemt de beats-a-minute over, waardoor je in een soort vibe komt. Er zijn bijna geen gedachten. En daardoor werk ik veel intuïtiever en efficiënter. Kijken en analyseren doe ik in de pauze.”

Er kan gemaild worden met Joyce: joyceeijkhout@live.nl

http://joyceeijkhoutschilderijen.blogspot.nl/ 

http://bit.ly/2kEkiU9

Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0