De wereld van de Haagse kunstenaar, 45 - René Haakman

Ik zie de schilderijen van René Haakman in zijn huiskamer aan het prachtige Sweelinckplein. De woning bevindt zich aan het linkerpuntje van het plein, in de buurt van de Reinkenstraat.  Aan de overkant heb ik zelf ooit gewoond. Net als bij de vorige kunstenaar die ik interviewde, Margriet Wagner, zie ik een tampura, een begeleidingsinstrument uit de klassieke Indiase muziek.

René  gaat er even op spelen. Hij neemt er de juiste houding voor aan, zittend in de kleermakerszit, oftewel de lotushouding. Je hoort het geluid doorresoneren. Met zijn vrouw Karin heeft René veel gereisd, ook in India. Daarover verderop meer. Behalve een tampura zie ik een tabla, ook een begeleidingsinstrument uit de Indiase muziek. René Haakman: ‘Ik speel viool en zing tegenwoordig Indiase raga’s, mijn vrouw danst.’

De universele bron

Aan de muren hangen schilderijen en ook op de grond staan er een paar. Het is veelkleurig werk met olieverf en soms ook andere materialen, materie, zoals René het noemt. Het centrale thema van zijn werk is liefde, natuur en spiritualiteit, zegt René. Waarom? Rene Haakman: ‘Ik ben het niet die schildert, het is de universele bron. Ik heb het gevoel dat deze bron stroomt in mij en dat het zich uit in inspiratie en concentratie. Ik mag me gelukkig prijzen dat ik het mag doen.’

De schilderijen zitten tussen figuratief en abstract (zichtbare en onzichtbare wereld) in. René: ‘Zo zit de kosmos ook in elkaar. Als  je in een kaleidoskoop naar de gekleurde fragmenten kijkt die continue anders en organisch bewegen, dan zie je wat je ook op mijn schilderijen ziet. Of als je kijkt naar de wolken of de sterrenhemel .... De mensen kunnen erin duiken en zien wat ze erin willen zien.’

Vrije Academie

Op school, in West-Friesland, was René al goed in tekenen. En ook in geologie en geschiedenis had hij achten en negens. ‘Aanvankelijk tekende ik naturalistisch, maar dat ging over in abstractie toen ik een jaar of zeventien was. We moesten bijvoorbeeld een fles tekenen. Ik ging het anders benaderen, niet precies die fles reproduceren, maar ik probeerde mijn gevoel erin te leggen.’ 

René Haakman heeft de Vrije Academie gevolgd. Hij begon in september 1980. Hij was toen 23. Het was onder directeur Rudi Rooijackers, de vorige, Bob Bonies, was net vertrokken. De Academie zat toen nog in De Gheijnstraat. ‘Ik heb er veel aan gehad, je kon vrij je gang gaan. Het werk werd bekeken en je kreeg  goede opmerkingen. Later begeleidden Werner Brenneisen en Wil Bouthoorn mij in mijn ontwikkeling.’

René heeft veel geëxposeerd. Om precies te zijn 65 keer. Aanstaande zaterdag wordt de 66e geopend, in Galerie Koenders, aan de 2e Schuytstraat / hoek Reinkenstraat. Zie ook hieronder. We bladeren door een fotoboek over die exposities. In 1982 in het Paard van Troje, in 1983 in galerie Artkicks, in 1984 in Antwerpen, in 1986 in galerie Arti et Gaudia in de Boekhorststraat, in 1987, ’88 en ’89 in galerie Zagwijn aan het Spui, vanaf ’88 in galerie Bekijk ’t maar (Artimediar). In ’91 op de North Sea Jazz expo. Diverse keren deed hij mee aan de Haags Salon in Pulchri.

Hans Zagwijn

René Haakman: ‘Hans Zagwijn was heel bekend in Den Haag, hij had veel Haagse kunstenaars.’ Hij laat een foto zien met Zagwijn met veel kunstenaars om hem heen. ‘Hij kwam altijd op je atelier. Hij was de laatste der Mohikanen, hij had hart voor de kunst. In heel Nederland had hij adresjes waar hij de schilderijen kwijt kon.’

In een restaurant in Brussel, Le Slave, speelde tijdens het diner de fameuze Damian Luca  met zijn Zigeunerorkest. Het hele ensemble werd op het doek vastgelegd. En daarnaast ontstonden er werken die refereerden aan het zigeunerleven. ‘Met een caravan erop bijvoorbeeld. Het ging over het ‘vrije leven’ en kreeg er gedachten bij hoe het zou zijn als je zelf zou gaan trekken.’

Ik zie ook nog een foto van Máxima en de kunstenaar, hij krijgt van haar een handje. ‘Dat was op het International Institute of Social Studies, in 2010. Er was daar een vijf verdiepingen tentoonstelling van zijn werk en zij was daar ter gelegenheid van de viering van het verschijnen van een proefschrift van een student van dat instituut.’

Tuinman

Gedurende heel zijn kunstenaarsloopbaan deed René Haakman ook ander werk erbij. Van de verkoop van werken alleen kon hij niet rondkomen. Het begon bij de SWEM, uitgevonden door toenmalig wethouder Piet Vink, om ‘alternatievelingen’ zoals ze toen heetten, aan de slag te brengen. René werkte vijf jaar voor de Swem bij de Gemeente Reiniging en de Plantsoenendienst. Daarna werkte hij  17 jaar lang bij de Archeologische dienst van de gemeente. In Ockenburg werden er skeletten gevonden van Romeinse paarden en een fort dat fungeerde als uitkijktoren van de Romeinen naar Engeland.  Tenslotte belandde hij via Stadsbeheer voor drie jaar in de Heemtuinen van het Zuiderpark.  En nu is René  naast kunstenaar ook tuinman. ‘Ik heb een driejarige hoveniersopleiding in Barendrecht gevolgd  vanaf 2011. Op 1 maart van dit jaar ben ik begonnen met een eenmansbedrijfje. Ik doe de tuinen  van particulieren, in Duinoord, de Vogelwijk, Statenkwartier, Archipel en Benoordenhout. Ik ga er op de fiets heen, met mijn gereedschap in de fietstas. Het is leuk werk en je bent onder de mensen.  Soms huren mensen mij in die hun tuin zelf heel goed onderhouden, maar mij gebruiken als inspiratiebron.’

Hij heeft het van geen vreemde, Zijn opa had in West-Friesland bij Grootebroek een ‘landerij’ waar hij tulpen, bloemkool en aardappelen teelde. Als jochie van negen mocht hij  mee, op de schuit. Later met 11 jaar ging hij in de zomer geregeld mee naar het land waar bollen werden gerooid. Bij natte dagen werden ze gepeld in de schuur. Maar in 1972 kwam de ruilverkaveling. ‘Veel van de schoonheid van West-Friesland is toen verloren gegaan. Mijn opa’s hart lag daar, bij zijn land. Toen hij daar weg moest, is hij ook snel, op 68 jarige leeftijd, overleden.’

Bert Rood

Zoals beloofd vertelt René nog even over zijn reizen, die hij met zijn vrouw deed. In Turkije danste hij derwishdansen in Konya, in Egypte gaf zijn vrouw Karin buikdanslessen en als de dames uitgedanst waren gingen ze met René mee, kamelen tekenen in de woestijn. In India zaten ze op gegeven moment in de trein, het was in het zuiden van India, en zijn vrouw, Karin,  zat een bundeltje met werk van Rabindranath Tagore te lezen. Wie bleek er tegenover Karin te zitten? Een jongen, die een nazaat bleek te zijn van de grote Tagore. ‘Hij nodigde ons uit bij zijn familie. Daar zijn we op bezoek geweest. Hij wist ook nog een galerie in Bangalore, die wel interesse in mijn werk zou hebben. Dat bleek te kloppen.’

Zondag is dus de opening van René’s nieuwste tentoonstelling in Galerie Koenders.Niet alleen werk van René, maar ook dat van Bert Rood wordt geëxposeerd. Bert Rood komt oorspronkelijk ook uit West-Friesland. Ze zaten bij elkaar op de lagere school, van de vierde tot en met de zesde klas. ‘Bert Rood was toen een technisch begaafd iemand. Hij heeft een ongeluk gehad. Tijdens zijn revalidatie heeft hij het schilderen ontdekt. We waren elkaar compleet uit het oog verloren, maar via Internet is hij achter mijn adres gekomen. Op gegeven moment klopte hij bij me aan. Dit is zijn eerste expositie. Zijn stijl lijkt heel erg op mijn beginstijl. Ik heb gezorgd dat hij de drempel nam. Zijn inspiratie stroomt.  Hij heeft een drieluik geschilderd van klein groter en groot. Daarnaast spontaan nog zes andere schilderijen.’

Gaat het zien dus op zaterdag 4 juli in Galerie Koenders, van 16.00 tot 19.00 uur. De expositie is te zien van 4 juli tot 11 september, 2e Schuijtstraat 164 / Hoek Reinkenstraat.

www.delachendetuin.nl 

https://bit.ly/1LV1i3y 

Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0