De wereld van de Haagse kunstenaar, 89 - Pieter Kaltner

Pieter Kaltner kan niet buiten de kunst. Hij moet altijd een penseel of een kwast in zijn hand hebben. Als hij een vel papier en verf in de buurt heeft gaat het kriebelen. Sinds kort koopt hij oude lijsten op die hij restaureert. In een lijst van 200 jaar oud zette hij een modern, abstract werk.

“Ontiegelijk leuk om te doen” zegt Pieter Kaltner (78) in zijn atelier in een mooie groene buurt in Voorburg. In zijn atelier hangt werk uit verschillende decennia. Het begon met klassiek werk. Ik zie  een boot op een rivier met huizen aan de kant, het zou een tafereel uit Frankrijk kunnen zijn. “Dat heb ik jarenlang gedaan.” Een Art Deco vrouw, zoals je die destijds op affiches zag, een watertje bij Nieuwkoop, St. Tropez, met de Méditerranée op de achtergrond en abstractere werken, die wel in De Stijl zouden passen.

Atelier in Aincreville

De laatste werken deed hij met paletmes. Dat is nauwelijks voor te stellen, zo fijn is de verf aangebracht. Het blijkt een specialiteit van Kaltner te zijn die hij ook onderwees aan zijn leerlingen in zijn atelier in Frankrijk, in Aincreville in de Franse Ardennen. Van 1989 tot een jaar of vijftien geleden werkte Kaltner, Pierre werd hij genoemd, in een atelier van 80 m2, onderdeel van twee oude schuren die hij eigenhandig ombouwde.

Kaltner: “Ik was er 25/30 geleden, in Aincreville, niet ver van de Maas, een half uurtje verwijderd van Verdun. Ik was er met mijn zoontje van 10. Twee grote stallen van 8,5 – 9 meter hoog in het centrum stonden in de verkoop. Ik hoorde dat er veel interesse voor was uit België en Nederland. Ik liep er twee keer omheen. Toen zei ik tegen de makelaar: ‘Ik koop het’. Iedereen was stomverbaasd. Er waren geen etages, maar ik zag grote mogelijkheden. Ik heb zelfs niet afgedongen.”

Twee jaar lang reed Kaltner in de weekenden heen en weer, tussen Voorburg en Aincreville, soms met een grote aanhanger achter zijn wagen met daarop binten om etages te maken. Hij metselde, stucte en schilderde. “Dat had ik noodgedwongen geleerd in mijn ‘arme tijd’, ik heb veel geklust toen ik jong was.” Na twee jaar was het klaar, Atelier Montmartre. Het zag er geweldig uit. “Ik kon geen kwaad meer doen bij de burgemeester.”

Schilderlessen

Hij zette advertenties in de grote kranten waarbij mensen werden uitgenodigd schilder- en tekenlessen te nemen. “Prijs: 500 gulden. Tout compris. Acht personen per week konden meedoen. Er waren kamers voor 10-12 personen. Ik begeleidde de mensen met tekenen en schilderen. We gingen zoveel mogelijk naar buiten, leuke plekken schilderen. Ik leerde de mensen ook te werken met paletmes. Dat vond men fantastisch. Ze keken hun ogen uit. ‘Buiten schilderen is goed waarnemen’, zei ik tegen de mensen.” De reacties waren goed. Sommigen kwamen terug, soms meerdere malen. Ik zie foto’s van de leerlingen, onder andere Ed Wilbrink, die nooit meer ophield met schilderen, en Ronnie Meerts, een joodse schilderes uit Den Haag. Kaltner stond elke avond achter de bar. “De alcohol vloeide rijkelijk.” Na afloop van de cursus ontvingen de cursisten een diploma. Ik zie het, een mooi ontworpen certificaat van Atelier Montmarte met ruimte voor handtekeningen.

Veelzijdig

Pieter Kaltner laat krantenartikelen zien uit Nederlandse en Franse kranten. Daarbij foto’s van hem, meestal met hoed, tussen de potten verf en schilderend met een hoop mensen achter zich. “Ik durfde alles. Veel mensen gaan pas praten als iemand ze een vraag stelt. Daar had ik geen last van. Ik ging praten als ik achter de ezel zat met een schilderij. Dat maakte enthousiast, ik liet zien wat ik kon en verkocht goed.”

Ik zie een krantenkop: “Pieter Kaltner a choisi de s’installer a Aincreville pour plonger ses pinceaux dans la Meuse” (Pieter Kaltner vestigde zich in Aincreville om zijn penselen in de Maas onder te dompelen". Een foto met de burgemeester en van het atelier. In de wintertijd was Kaltner actief in Den Haag. “Ik heb in vrijwel alle wijkcentra teken- en schilderlessen gegeven.” Daarnaast was hij vaak op antiekmarkten te vinden. “Ik zag dingen die me intrigeerden. Hindelooper schilderkunst, iconen. Dat daagde me uit. Als ik iets nieuws zie wil ik dat ook proberen. Ik leerde fijn te schilderen met een penseel met twee of drie haartjes.” Hij laat me een Christus-icoon zien, zeer fijn geschilderd. “Ik kon altijd verdienen vanwege mijn veelzijdigheid.”

Oorlogswees

Het zag er aanvankelijk niet naar uit dat het zo zou lopen. Als jonge jongen verloor hij alles. “Ik ben oorlogswees. Van mijn derde tot mijn vijfde was ik altijd alleen, ik sprak nooit. Ik werd bij pleegfamilies ondergebracht, op het platteland. Dat waren oudere mensen, met wie ik nauwelijks contact had. Als ik aan tafel zat en ik had papier en potlood, was dat een uitweg. Daarin kon ik me uitleven, dan had ik het helemaal naar mijn zin.”

In Leiden komt hij bij een strenggelovig gezin. Niets mocht, vooral op zondag. Pieter trok zich terug op de zolderkamer, waar hij tekende. Een van de zonen, Jean-Pierre, die later naam maakte als modeontwerper, trok zich het lot van zijn stiefbroer aan. Hij bracht hem in contact met de eigenaar van een reclamebureau in Leiden. “R.I.O. heette dat bureau, Reclame Is Omzet. Ik was zestien. Ik heb er veel geleerd. Tegelijkertijd schreef ik me in voor een avondopleiding bij de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten (KABK) in Den Haag, reclameontwerp en -schilderen. Ontzettend leuk.” Hij laat me zijn eerste rapportje van de KABK zien.

Ik zie oefeningen die hij deed. Gekleurde lijnen in perspectief in harmonicavorm, een heel precies werkje. Een tekening van een jongen die een tragisch muziekstuk hoort, de jongen is in tranen, schetsen van modejurken geïnspireerd door het werk van Jean-Pierre, zijn stiefbroer.

Arme tijd

In 1960 ging hij in militaire dienst, voor twee jaar. Daarna kwam, wat hij zijn ‘arme tijd’ noemt. Hij wil er niet te veel over kwijt, behalve dat hij er handigheid aan over hield in omgaan met materialen. Na drie jaar was hij weer “op de goede weg”.  Hij ging alleen kunst maken, onder andere muurschilderingen. Ik zie een muurschildering op een muur in Voorburg, een afbeelding van een stadje aan de Méditerranée. “Door mijn klussen kon ik alvorens dat schilderij aan te brengen, de muur mooi egaal maken, zodat het werk er goed op kwam.”

Ik kijk nog eens om me heen. Ik zie een sneeuwlandschap met bos, ook met paletmes gemaakt. Een groot schilderij van een vrouw met vogels in Parijs met de Sacré-Cœur op de achtergrond. “Ik had er eerst een met paletmes, deze heb ik met penseel gemaakt.” Een schilderij uit 2011 van zijn vrouw Anne in een zwarte stoel en een zwarte rond tafeltje erbij. Zijn vrouw is geboren in Indonesië op Java, ik zag al een groot gouden boeddha beeld in de gang.

Inmiddels heeft hij met haar drie kinderen die allemaal goed terecht zijn gekomen. “De dochter is afgestudeerd in scheikunde, de zoons allebei bouwkundigen.” Zijn atelier in Frankrijk heeft hij inmiddels verkocht. “Aan iemand in Den Haag die grote interesse had in het gebied, hij is dol op de streek. Hij is farmaceutisch vertegenwoordiger en nodigt er zijn contacten uit.”

Een rijk mens

Hoe kijkt hij terug op dit toch wel opmerkelijke leven? Kaltner: “Ik deed alles voor mijn kunst. Ik voel me een rijk mens.”

Afbeeldingen

1) Anne, 2) atelier, 3) Bonnieux olieverf, 4) eerste atelier in Leiden, 1957, 5) Grass, 6) Icoon, 7) Klaproos, 8) Lavendel, 9) muurschildering, 10) olieverf, 11) olieverf 2, 12) olieverf met paletmes 2, 13) St. Tropez

http://rezidee.wix.com/pieter-kaltner

https://bit.ly/2Y5Ynq2

 

 

 

Circa:
Nee

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0