De wereld van de Utrechtse kunstenaar, 7 - Jeanine Keuchenius

In het werk van Jeanine Keuchenius gaat het om ongeziene krachten. In de natuur, maar ook in mensen, en ook in zichzelf. Haar motto is: ‘In duet met mijzelf’. Ik spreek haar op de expositie ‘Door elkaar: waar sporen kruisen’ in de MLB-galerie.

Op die expositie is ook het werk te zien van haar man, Drager Meurtant, met assemblages en collages,  en Annechien van de Weijer met wandkleden. Het werk van Jeanine is in donkere kleurvlakken, veel zwart, blauw en groen.

Oorlogstrauma’s

“We hebben in het verleden veel in de bergen gewandeld”, zegt ze. “Daar raakte ik gefascineerd door de stenen in beken. Het zijn oeroude stenen, die door het stromende water geleidelijk veranderen. Dat is van een ongeziene kracht. Ook rotsen in bergformaties zijn stille getuigen van de natuurkracht. Hoe hebben de oerkrachten dat voor elkaar gekregen?” Drager Meurtant, die er ook bij zit: “In de bergen zie je dat de wereld op zijn kop is gezet.”

Daarnaast zijn er innerlijke krachten van mensen. Die verbeeldt Jeanine  ook in haar schilderijen. Vooral de beleving van mensen die trauma’s hebben opgelopen en die in zichzelf de kracht vinden die te overwinnen. Dat heeft ook met het werk te maken dat ze lang heeft uitgevoerd:  behandel- medewerker bij de psychiatrische kliniek Sinai centrum, toen die nog gevestigd was in Amersfoort (nu in Amstelveen).

“Ik was daar creatief therapeut en werkte er op de klinische afdeling kortdurende psychotherapie, zowel met groepen patiënten als individueel. Die mensen hadden ervaringen waar soms geen woorden aan te geven waren. Vooral oorlogstrauma’s , fysieke en sexueel geweldtrauma’s. Kon dat onbenoembare door hen in beeld worden gebracht? Boetserend, schilderend, of met andere technieken? Dat was vaak moeilijk, maar vaak ook indrukwekkend. Dan ontstonden er beelden, waar woorden aan gegeven konden worden. Mensen kregen weer hoop om te leven. Het werk was soms héél aangrijpend, heel primair en ongepolijst.” 

Ze had een keer een vrouw voor wie herinneringen van haarzelf als driejarig meisje belangrijk bleken te zijn. Ze ging het tekenen. En over die tekeningen gingen ze praten. Mede op grond hiervan werd er vervolgens een behandelingstraject uitgezet. Ook in het maatschappelijk werk en de jeugdzorg waar ze eerder werkte probeerde Jeanine om dit soort kunstzinnige activiteiten uit te voeren.

Edvard Munch

In de afgelopen tien jaar heeft ze een aantal cursussen gevolgd op schildergebied. In 2006/2007 kwam ze in aanraking met leermeester Erik. Hij had een werkplaats en atelier in Driebergen. “Daar konden mensen schilderen. Maar we begonnen altijd met praten, over kunst, over wat je tegenkwam, over filosofie en eigen levenservaringen. Het gesprek was uitgangspunt tot het schilderen. Zo ben ik bij eigen thema's gekomen en ben ik mijn eigen wijze van schilderen gaan ontdekken. Eerst vooral met gouache en oostindische inkt op groot papier, later ook op kleiner formaten. Bijvoorbeeld  op een klein kartonnetje dat de titel ‘Leven’ kreeg. Het was heel druk. In acryl, Oostindische inkt en krijt werd daarop een hele verhaal verteld.”  

Het moment dat ze zich kunstenaar noemde ontstond in 2011. “Ik was in 2010 gestopt met werken. Het werd me steeds duidelijker: dit is wat ik wil, schilderen.”  In haar jeugd, op de MMS in Rotterdam, had ze twee geliefde vakken: tekenen en kunstgeschiedenis.  De lerares daarin liet ons tekenen bij diergaarde Blijdorp, nam ons mee naar Boymans van Beuningen. Toen ik 16 was, was daar een overzichtstentoonstelling van Edvard Munch. De eerste schilder waarvan ik in de ban raakte was de Toulouse Lautrec , maar toen werd ik werd ik diep geraakt door de Noorse expressionist.  Terugkijkend, werd ik al vroeg werd aangetrokken door mensen met ‘krassen op hun ziel’.”

Dans

Maar ze ging pas veel later de kunst in. Nadat ze afgestudeerd was op de Sociale Academie ging ze eerst op maatschappelijk gebied aan de slag: maatschappelijk werk, vrouwenhulpverlening, jeugdzorg en psychiatrie. Wel hield ze zich, als het maar even kon, bezig met de kunstzinnige component in dat werk. 

Jeanine blijkt van jongs af aan ook gek te zijn van dansexpressie. “Dansvoorstellingen van het Nederlands Dans Theater, Scapino, Pina Bausch, moderne dans op het Holland Festival. Er staat me nog een voorstelling voor de geest op dergelijk festival van danseressen die de oorlog in Vietnam hebben meegemaakt, die de bombardementen hebben overleefd, ‘Drought and rain’, van de Frans-Vietnamese choreografe Ea Sola. In mijn schilderwerk komt dans regelmatig voor. En oorlog. Ik ben in Indonesië geboren, mijn vader was krijgsgevangene in Japan, bij Nagasaki;  mijn moeder heeft verschillende jappenkampen overleefd.”

De reis van de held

Haar interesse in schilderen kreeg vanaf 2006 structuur bij leermeester Erik met in aanvang vooral gouaches. Daar kwam Oostindische inkt bij, krijt, vervolgens acryl en later ook bitumen/teer, een vloeistof die van nature voorkomt in ruwe aardolie. We lopen even langs haar werken. In ‘La Reine’ (2013) duikt tussen de verschillende verfvlakken ineens een koningsblauw op. In ‘Ontketend’ zien we de natuurkrachten aan het werk, evenals op ‘Roze en grijs’ (2012) en ‘Zintuigen’(2013). “Daar heb ik met veel plezier aan gewerkt.” Er is een werk op een paneel met ongelijke planken met de titel ‘Image’(2014). “Daar heb ik met bitumen op gewerkt. Dat hout zuigt de verf op, daar kun je niet meteen op gaan schilderen met verf.”

Op de werkplaats bij Erik kwam ze in aanraking met de ideeën van de Amerikaanse schrijver en hoogleraar mythologie Joseph Campbell. Hij onderzocht verhalen, mythen en sprookjes uit alle culturen en ontdekte daarin patronen. “Het grondpatroon noemde hij ‘De Reis van de Held’. Het is een zoektocht naar je eigen identiteit. Hij leert dat je als mens ook moet durven de duistere kant in te gaan, het avontuur te zoeken om een stap verder te komen. Je komt dan aan kanten van jezelf die je liever niet onder ogen wil zien, maar het hoort er wel bij. Dat zijn de ongeziene krachten. Af en toe zul je vastraken in de duisternis. In dat geval helpt schilderen. Om het avontuur in te durven stappen  en te durven verwijlen in het ongewisse van de ongekende krachten.” Naast vele andere hedendaagse kunstenaars is de Duitse, na-oorlogse expressionist Emil Schumacher, een  bijzondere inspiratiebron.

“Ik begin ieder schilderij alsof het mijn eerste schilderij is”, zegt ze tot slot. “Dan laat je het onverwachte toe. Dan is het een avontuur. En dan vermijdt je dat je in herhaling valt.”

Afbeeldingen: 1) Amulet, 2) Bwual enzo, 3) Image, 4) La reine, 5) Muna, 6) Leven, 7) N’gree, 8) Rode hoofden, 9) Rood op groen, 10) Spin, 11) Verrelen, 12) Visage, 13) z.t. (j’adore), 14 Zintuigen

http://www.keuchenius.exto.nl/

Circa:
Nee

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0