Eén jaar Fotomuseum Den Haag

Den Haag kreeg er eind 2002 twee musea bij. In de voormalige Schamhart-Heijligersvleugel van het Gemeentemuseum Den Haag kwam een Fotomuseum en een museum voor actuele kunst: GEM. We waren verrast door een aantal bijzondere tentoonstellingen. Een gesprek met Wim van Sinderen van het Fotomuseum.

‘Ons museum is nog geopend door staatssecretaris Cees van Leeuwen’, zegt Wim van Sinderen. 30.000 bezoekers, als dat aantal gehaald zou worden, zou Van Sinderen tevreden zijn geweest. Het werden er aanzienlijk meer: 60.000.

‘Voor dit jaar komt het er op aan: evenaar je het cijfer van vorig jaar. Want als het cijfer in het tweede jaar op hetzelfde niveau blijft, is het structureel. Vorig jaar was iedereen vooral nieuwsgierig naar het nieuwe initiatief. Maar uit onderzoek is gebleken dat velen zijn blijven terugkomen. Ik spreek regelmatig mensen die tot nu toe bijna alle tentoonstellingen hebben bezocht.’

Aanstormend

Dit blijkt ook op te gaan voor het GEM, het museum voor actuele kunst, dat vooral jonge aanstormende kunstenaars brengt. ‘Het GEM heeft een iets andere en kleinere doelgroep dan het Fotomuseum, maar ze gaan goed samen en versterken elkaar. Ik schat dat tweederde van het publiek voor het Fotomuseum komt en zich aangenaam laat verrassen door de wat minder toegankelijke tentoonstellingen in het GEM.’

‘Toch kom ik ook steeds vaker mensen tegen die geen onderscheid maken tussen beide musea: voor hen is het gebouw één bruisend instituut met ieder kwartaal een geheel vernieuwd expositieprogramma.’

Brutale binnenkomer

Het Fotomuseum opende sterk met een overzicht van de Nederlandse fotografie van de laatste anderhalve eeuw. Van Sinderen maakte er tevens een fraai boekwerk van. ‘Het handelde over de geschiedenis van de Nederlandse fotografie. Tentoonstelling en boek vormden onze brutale ‘binnnenkomer’ in de Nederlandse fotografiewereld.’

‘Niemand durfde tot dan zo’n compact overzicht te maken omdat daar keuze voor nodig zijn: voor welke fotografen en foto’s kies je? Maar het succes was groot: 20.000 bezoekers en 6000 verkochte boeken.‘ De tentoonstelling daarna, getiteld ‘Mortalis’, ging over het beeld van de dood in de fotografie. ‘Er waren mensen, echte fotografieliefhebbers, die het onderwerp niet aankonden. Er waren onder meer foto’s van dode baby’s te zien. Vroeger was er veel kindersterfte en het was enigszins gebruikelijk prentjes te laten maken van je dode kind. Na veel speurwerk heb ik enige bijzondere exemplaren kunnen achterhalen.’

De tentoonstelling die het dichtst bij de actualiteit aansloot was de zomertentoonstelling ‘Solar’, over de wisselwerking tussen autonome – en reclamefotografie. De herfsttentoonstelling over het veelzijdige oeuvre van Emmy Andriesse, van oorlogsopnames tot modefotografie, was wederom een grote publiekstrekker: er kwamen 14.000 mensen op af.

Wertheimerlegaat

Was er tot voor kort geen enkel fotomuseum in Nederland, nu is er een reeks. Behalve Fotomuseum Den Haag, heb je in Amsterdam het FOAM en Huis Marseille, in Rotterdam het Nederlands Fotomuseum en ten slotte de steeds groter wordende fotocollecties in het Rijks- en Stedelijk Museum. Daarnaast zijn er belangrijke fotofestivals in Groningen, Naarden en Breda.

Op de achtergrond van de bewegingen in de fotografiewereld is er een constante: het Wertheimerlegaat. Op een internetsite wordt opgemerkt: ’Als het Wertheimerlegaat iets heeft opgeleverd, is het wel een toename van het aantal fotomusea.’ Bij de oprichting van het Fotomuseum Den Haag speelde het legaat echter geen rol.

Negatieven

Van Sinderen: ‘De gedachte dat Wim van Krimpen met het Fotomuseum is begonnen om het Wertheimerlegaat binnen te halen is niet waar. Daar is nooit een gooi naar gedaan. Dat het legaat naar Rotterdam is gegaan, is voor Rotterdam belangrijk. Daar bevindt zich het instituut dat het fotocentrum moet zijn voor Nederland, het Nederlands Fotomuseum. Een centrum dat de verantwoordelijkheid heeft voor het onderzoek en het verwerven en conserveren van fotocollecties, onder meer van negatieven. Het gaat over het nationale patrimonium dat door het rijk, de stad Rotterdam en particuliere fondsen wordt gesteund.’

‘Aangaande het Wertheimerlegaat is een keurig besluit genomen. De stichting die verantwoordelijk is, heeft het geld geoormerkt: al het geld moet ten goede komen aan de fotografie en niet aan de inrichting van, bijvoorbeeld, een flitsend nieuw museumrestaurant.’

FOAM

Amsterdam, die het geld niet kreeg, heeft inmiddels FOAM opgericht. ‘Als Amsterdam gewild had, had het al lang geleden een super fotoinstituut kunnen openen. In Amsterdam zitten immers vanouds alle fotografen en vaklaboratoria. Dat het niet gebeurd is, komt door die typische Amsterdamse labbekakkerigheid, ze denken daar nog steeds dat alles vanzelf wel hun kant op komt.’

Ondanks het feit dat er inmiddels veel fotomusea zijn, is er ruimte voor meer, vindt Van Sinderen. ‘De ‘Fotocollectie Nederland’, zoals je het totaal aan belangrijke fotoverzamelingen in Nederland zou kunnen noemen, is in feite alleen maar zichtbaar in de Randstad. Iedere stad in ons land die groter is dan 150.000 inwoners zou een permanente foto-expositieruimte moeten openen.’

‘Overal zijn interessante topografische fotocollecties aanwezig en elke stad van die omvang heeft tientallen fotostudio’s binnen zijn muren gehad. Heel veel burgers in die steden zijn gefotografeerd. Maar dat komt allemaal nog wel. Het emancipatieproces van de fotografie, dat zo’n dertig jaar geleden pas goed op gang is gekomen, is nog steeds gaande. Inmiddels kijkt niemand meer op als je het over ‘de waarde’ van een foto-object hebt, terwijl tot in de jaren ’70 een foto alleen waarde had op het moment dat deze werd gepubliceerd.’

Een nieuw fototijdperk

De digitale revolutie heeft inmiddels ook de fotografie bereikt. ‘Natte fotografie, ofwel het handmatige, chemische proces van zelf ontwikkelen, afdrukken, fixeren en spoelen is tot het genre ‘ oude ambachten’ gaan behoren. Een goed geoutilleerde donkere kamer is zo langzamerhand een bezienswaardigheid. Het manipuleren van beelden is met behulp van de computer een oneindig creative praktijk geworden. Maar de maker van een zwaar gemanipuleerd beeld is mijns inziens geen fotograaf meer, maar een beeldenmaker.’

Van Sinderen laat me een subtiel aangepaste foto zien van Paul Ruigrok, een fotograaf die present was op de openingstentoonstelling. ‘Je krijgt een nieuw genre, een soort cartooneske foto’s die je manier van kijken alle kanten kunnen opsturen.’Hij laat mij andere foto’s zien, van Loretta Lux, die hij voor het Fotomuseum pas heeft gekocht op een beurs. Zie www.lorettalux.de

‘De vele digitale mogelijkheden voor beeldmanipulatie nodigen uit tot misbruik. Een foto kan ongelooflijk nep blijken te zijn. Fantastisch voor kunstenaars, maar voor fotojournalisten een extra verantwoordelijkheid. De discussie die nu gaande is bij de documentaire filmers in hoeverre je mag manipuleren, geldt ook voor de fotograaf.’

Fotografiebewustzijn

Wim van Sinderen vindt dat de raison d'être van een fotomuseum gelegen is in het generen van een bewustzijn van wat fotografie is en hoe je het kijken kunt beïnvloeden. Want fotografie raakt iedereen, vindt hij. ‘Al is het maar door zoiets basaals als een pasfoto of een foto op een pot pindakaas. Bovendien, veel mensen fotograferen zelf. Dus het staat dichter bij het publiek dan bijvoorbeeld schilderkunst. Of je nou wilt of niet, iedere dag wordt je geconfronteerd met fotografie en dan ook nog op tientallen verschillende manieren en met tientallen verschillende functies.’

‘Deze dagelijkse confrontatie met het medium spoort aan tot ontrafeling en uitdieping. Het fotomuseum is er voor om aan deze behoefte aan kennis te voldoen. Hoewel, alleen mooie plaatjes kijken en visueel voldaan weer buitenkomen mag ook …’

 

Achtergrond Wertheimerlegaat

Hein Wertheimer werd pas bekend in 1997, kort nadat hij was overleden. Hij liet een legaat na van tien miljoen euro, waarvan de revenuen bestemd waren voor de oprichting van een Nederlands Fotomuseum. Het legaat is door de Wertheimer-stichting als ‘fonds op naam’ ondergebracht en in beheer gegeven bij het Prins Bernhard Cultuurfonds. Amsterdam en Rotterdam lagen lange tijd in de clinch wie het Fotomuseum zou krijgen van het geld van Wertheimer. Het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam trok met de plannen voor een foto-centrum in Las Palmas uiteindelijk aan het langste eind.

Fotomuseum Den Haag

Stadhouderslaan 43, 2501 CB Den Haag

Tel. 070-3381144

www.fotomuseumdenhaag.nl, info@fmdh.nl  

 

Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0