Eerste rit Haagse Tourist Tram met Paul van Vliet

Den Haag heeft er een attractie bij: The Tourist tram. Het is een hop-on hop off verbinding tussen stad en strand met historische trams. Voor deze nieuwe toeristische tramroute gebruikt het Haags Openbaar Vervoer Museum voertuigen uit de jaren vijftig met een klassieke, Haagse kleurstelling: crème-geel met groene biezen.

Het Haags Openbaar Vervoer Museum had flink zijn best gedaan. Drie historische trams van het type PCC, gebouwd in 1957,  waren omgebouwd tot Tourist Trams, vertelde Menno Yap. Jaap Bierman, directeur van de HTM: “Ze zijn in Amerika ontwikkeld en deden dienst van eind jaren vijftig tot de jaren negentig. Het was een Haags icoon, het bepaalde het straatbeeld.”

Schoolreisje

Wethouder Karsten Klein: “Een lang gekoesterde wens komt uit. Het is de Haagse variant van de Lissabon trammetjes. Het is erfgoed, rollend erfgoed. ” Harry Kaffa, de grootste tramliefhebber van Den Haag, mocht de eerste tien meter rijden. Toen hij afgelost werd door een ‘echte’ chauffeur ging het van start. We kregen gebak met een groen-geel mokkalaagje erop en een tekstje ‘Hop on Hop Off’.

We gingen linksom om de Grote Kerk, langs de H&M, vroeger de Bonnetterie. Een tweede tram volgde ons. Drie gitaristen van de Haagse formatie Sunshine Special speelden Louisiana –achtige blues. Toen we het standbeeld van Johan de Witt op de Plaats passeerden stond Paul van Vliet, in een zomers wit kostuum, op en vertelde dat hij het net een schoolreisje vond.

Hulppostbode

Paul van Vliet: “Ik heb overal gespeeld, over de hele wereld, maar op twee plaatsen nog nooit: in het bordeel en op de tram. Terwijl ik als jongetje maar een ding wilde worden: tramconducteur. Het leek me prachtig. Voorin in de tram zitten met de koperen slinger in de hand. En zo een weg banen door de stad.” Maar toen dit niet onmiddellijk voor hem bleek te zijn weggelegd verschoof hij zijn vizier. “Daarna wilde ik badman worden, zoals een die op Scheveningse strand rondliep, een Neptunus in een roze zwembroek.”

Toen zijn ouders een huisje kregen in Bennebroek veranderde dat in koddebeier, een soort boswachter. Daarna bracht hij de Hongerwinter door op het Friese platteland, bij een boerenfamilie. “Toen wilde ik natuurlijk boer worden.” Hij speelt even de scène van de boer uit een van de sketches. “Je lacht je te barsten, hè, hè.” Als vakantiekracht op de middelbare school was hij tuindersknecht in het Westland en vervolgens hulppostbode in de Schilderswijk. “De hoop dat ik aan een mevrouw een brief kon overhandigen om vervolgens met haar het bed in te duiken, is helaas nooit in vervulling gegaan.”

Professor van Pippel

De journalistiek periode brak aan. Hij werd leerling-journalist bij de Nieuwe Haagsche Courant. Hij kwam op de stadsredactie en mocht branden en begrafenissen verslaan. “Ik werd stamgast op Oud Eik en Duinen.” De begrafenissen versloeg hij keurig, met alle titels en voorletters van de overledene erbij. “Ik maakte ook een alternatief kopje boven het bericht in het geval de opmakers iets anders wilden. Toen professor Van Pippel was overleden had ik naast ‘Professor dr. ir. W.L.C.M. van Pippel (1888-1956) overleden’  ook ‘Professor Van Pippel niet meer aan de tippel’.

Hij ging naar Leiden, om te studeren. In die periode was hij ook barpianist. “Ik had Rechten gekozen, want daarmee kon je alle kanten op. Dat is ook gebleken, want ik ben cabaretier geworden. Het is een echt vak, wat mij betreft het leukste vak. Ik voel me beter als ik schrijf, zing en speel.” 

Dag collega

Van Vliet had al een keer een tram mogen besturen. “Een HTM-tram voor UNICEF. Er zaten 70 uitgelaten passagiers in. Ze hadden me uitgelegd dat als het helemaal mis zou gaan ik een knop, de dodemansknop mocht indrukken. Gelukkig was dat niet nodig. Via de Laan van Meerdervoort reden we naar het Savornin Lohmanplein en vervolgens naar de remise in de Lijsterbesstraat.” Toen de tramrit volbracht was liep hij in de remise langs een tafel met een aantal Haagse tramchauffeurs. “Dag collega”, hoorde hij. Van Vliet: “Dat was een moment van triomf.”

Als jongetje kende hij de meeste trams van uiterlijk. “En ook van geluid. Ik herkende het gepiep in de bochten. Naast de gele tram had je de blauwe tram, die ging naar Noordwijk onder andere. Die had ook een eigen geluid, ‘Doe Doe’, de gele was meer ‘Ka Ka’.  De conducteur daar had kaartjes in 30 kleuren. Bij Wassenaar riep hij altijd ‘Einde Stadstarief’.” De tram was romantisch en poëtisch. “De HTM had een hofdichter in dienst die regelmatig met een nieuwe rijm kwam. Ik herinner me nog: ‘Gepast geld, uw rit versneld’.  

Likeurtje

Het gitaristentrio zingt Blue Moon, Blue Moon, You saw me standing alone, Without a dream in my heart, Without a love of my own. We zijn inmiddels in de Gevers Deynootstraat. Ter hoogte van het Kurhausplein zingen de gitaristen I’m Walking van Fats Domino, I’m Walking, yes indeed, I’m talking ‘bout you and me, I’m hoping that you’ll come back to me. En vervolgens I found my Thrill on Blueberry Hill, I found my thrill, On Blueberry Hill, On Blueberry Hill, When I found you.

Bij het begin van het Zwarte Pad maken we een rondje. Het zonnetje schijnt, de wind waait. De wethouder verlaat ons. Of gaat hij haring eten? Inderdaad, hij gaat haring eten en wordt daarin gevolgd door velen uit de twee trams. De bel gaat en we vertrekken weer. De gitaristen spelen Stealing en we krijgen een likeurtje van Museum Van Kleef in een plastic glazentube. Het is een amandellikeurtje. We krijgen ook nog een kaasstick met gele kaas, daarop een groene olijf en daar boven oranje kruidenkaas.   

Tweede kaasstokje

My baby can’t speak, klinkt het als we bij het kruispunt Scheveningseweg –Badhuisstraat rechts de Duinstraat in slaan. We passeren De Appel. Er hangen affiches met de tekst ‘Teken de Petitie’. Vervolgens Slagerij Grieving en Carwash Haan. Achter de huizen van de Scheveningseweg duiken we het Statenkwartier in. Ik krijg mijn tweede kaasstokje. Bij Statenlaan 105 hangt een grote vlag uit het raam met een schoolpukkel eraan bevestigd (gefeliciteerd nog). De gitaristen verlaten de tram. Harry Kaffa komt onze tram binnen. Hij is kennelijk van de tweede naar de eerste tram verhuisd. 

We rijden langs Slaapcomfort Engering en vervolgens het veiligste koffiehuis van Nederland, Koffiehuis Statenplein. Er is een nieuwe fototentoonstelling in het Fotomuseum zie ik. Even verderop hangen de affiches van Bridget Riley en Constant tentoonstellingen voor de muren van het Gemeentemuseum. Bij Museon is ‘Illusions, magie of wetenschap’ aan de gang. We passeren het redactielokaal van Den Haag Direct en vervolgens het Sweelinckplein, waar ik ooit woonde, alweer een hele tijd geleden.   

Florencia  

Voor de hoek met de Laan van Meerdervoort stapt de chauffeur uit om met een flink ijzeren apparaat de rails om te leggen. We draaien naar links, de Laan van Meerdervoort in, komen langs het Gymnasium Haganum en gaan rechts de Zoutmanstraat in. De klok op het Prins Hendrikplein wijst 17.30 uur aan. Links is Slavyanskyi Bazar, de Balkanse en Baltische delicatessenwinkel. We draaien  de Vondelstraat in. Mooie hoge stokrozen links, langs de oude bibliotheek en vervolgens Florencia. Het buitenterras is al opgeruimd, de mensen zitten nog wel aan de stenen rand. De Haagse Toren is weer in zicht.

Of het niet genoeg is krijgen we nog een likeurtube van Museum Van Kleef. We draaien om de Grote Kerk heen en de chauffeur gaat naar buiten om de rails te verleggen voor de allerlaatste vijftien meter. Thuis kijk ik een videoclipje van Haagse Arie. En warempel, daar rijden ze: de oude Haagse trams.  

Foto’s: Chris Westerduin (foto 1, 3, 4, 5), Anne Steegstra (foto 2, 6), Maurice Haak (foto 7) 

http://www.touristtram.nl/
http://denhaag.com/nl/locatie/45872/tourist-tram

Circa:
Nee

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0