#kunstenaars voor Forbo: Hilde Koenders

Hilde Koenders bedenkt concepten niet van te voren. Ze werkt intuïtief, gericht op beleving. Pas als het af is, merkt ze dat haar werk één of meerdere verhalen bevat. Het inwendige van objecten fascineert haar, van aders tot nerven. Hilde werkt het uit met spectaculair resultaat. Zoals het kleurrijke, door tulpen geïnspireerde patroon dat zij ontwierp voor Forbo.

“Een vloer doet er wel toe, maar op een onopvallende manier. Een vloer valt eigenlijk pas op als hij ontbreekt.”

“De kleurstroken mogen onregelmatig toegepast worden. Een beetje zoals de tulpenvelden in Lisse, als ze bloeien. Die zien er een beetje als een lappendeken uit.”

Haar studio in Amsterdam-Oost deelt ze met Bernie van Vlijmen en Rop van Mierlo. De tuin staat vol springbalsemien. “Het mooiste onkruid dat ik ken, het is een oase voor bijen en katten. Onze tipi van boomtakken is overwoekerd maar die zien we in de winter wel weer terug als alternatieve kerstboom. Normaal gesproken hangen ook mijn tulpen gezichten in mijn atelier. Ze zijn nu uitgeleend.”

Ze voelt zich bovenal designer. Maar ze beweegt zich tussen mode, interieurontwerp en beeldende kunst in. Werkte samen met de Belgische modeontwerper Walter van Beirendonck en met de Nederlandse trendanalyst en -voorspeller Lidewij Edelkoort. Ook het Stijlinstituut Amsterdam behoorde tot haar opdrachtgevers. Ondanks die invloeden, heeft ze geen idee in wat voor trend ze zou passen, of waar ze op vooruit zou kunnen lopen. Hilde: “Dat mogen anderen bedenken.”

Inwendige schoonheid

Van school herinnert ze zich dat ze het grappig vond om te midden van haar klasgenootjes haar arm af te knijpen, waardoor de aderen opzwollen. Kinderen riepen: “Iew, wat eng.” Zelf heeft ze bloed nooit als eng of vies ervaren. Veel mensen vinden operaties naar of onesthetisch. Hilde niet. “Het is de binnenkant die je normaal nooit ziet en die daarom juist mooi is en verwondering wekt.”

In haar afstudeerfilmpje ‘Inner Beauty’ (2005) aan de Design Academie in Eindhoven komt de fascinatie voor het inwendige weer aan bod. Ze laat zien hoe de aderen zich vertakken, hoe het bloed stroomt. Zelfs moleculen heeft ze in beeld gebracht, door deze uit te vergroten en ze als het ware weer “op het lijf te plakken”.

Bloemen in het ziekenhuis

De ‘binnenkant’ bleef een rol spelen bij haar experiment om bloemen pigment op te laten nemen. Deze techniek herinnerde ze zich van de biologieles op de middelbare school. Daar deden ze een proefje waarbij de steel van een chrysant werd gesplitst. De gevorkte steel werd in buisjes met meerdere kleuren inkt gezet. De bloem kreeg door opname van pigment verschillend gekleurde bladeren. Na meerdere experimenten bleken tulpen het best in staat pigment op te nemen. Dit gaf een esthetisch effect. De nerf van het bloemblad werd in de gewenste kleur prachtig zichtbaar.

Ze bleef deze techniek toepassen. Tijdens haar afstudeerproject plaatste ze achttien tulpenbloemen horizontaal in een soort ziekenhuisbedjes aan een infuus. Hiermee haalde ze de tulp uit de oorspronkelijke context waardoor de perceptie veranderde. De beschouwer zag hoe de nerven van de oorspronkelijk witte tulpenblaadjes langzaam rood werden. Hiermee werd de associatie gewekt met bloed, met tot leven wekken. Maar ook met een focus op het scheppen van een nieuwe schoonheid. Die van een transparant rode nerf van het tulpenblaadje.

Manie

Na haar aanvankelijke fascinatie voor eenvoud van de tulp - “ieder kind kan een tulp tekenen” – stuitte ze door haar onderzoek op de hausse in de Gouden Eeuw rond de Hollandse bloem. Ze liet zich inspireren door het boek van Mike Dash, Tulipomania: The Story of the World's Most Coveted Flower and the Extraordinary Passions It Aroused (1999). “De gekte die in alle lagen van de bevolking ontstond, de koortsigheid. Iedereen wilde erbij horen.” Tulpen werden voor gigantisch hoge prijzen verkocht, zelfs ter waarde van een grachtenpand. Het leidde uiteindelijk tot het werk ‘Tulip Mania’, waarmee ze in 2014 internationaal doorbrak.

Ter voorbereiding gebruikte ze de gedroogde en geverfde tulpenblaadjes als ‘palet’. Hiermee componeerde ze een grote hoeveelheid gezichten op een lichtbak. Intuïtief verlegde ze de blaadjes telkens een fractie waardoor de expressie op de gezichten veranderde in ernstig of juist lachende uitdrukking, als bij een stop-motionfilm. Uiteindelijk koos ze de meest interessante exemplaren uit en printte deze op zijde. Ze exposeerde ‘Tulip Mania’ voor het eerst bij Inside Amsterdam in 2014 en later tijdens de Dutch Design Week.

Tulpenvloer

Het motief van de tulpenblaadjes paste ze weer toe in het ontwerp voor de Flotex-vloer. “Een vloer doet er wel toe,” vindt Hilde. “Maar op een onopvallende manier. Een vloer valt eigenlijk pas op als hij ontbreekt.” Met Forbo heeft ze zeker iets. “Ik heb zelf een Forbo-vloer thuis. Marmoleum. Mooi natuurlijk spul is dat. Het gaat niet zo snel stuk. En het is duurzaam. Er zit lijnzaadolie in. Het is heel anders dan vinyl. Daarbij komt de plastic lucht je zo tegemoet.” Ze herinnert zich dat ze als kind in een gymzaal in de rij stond om gevaccineerd te worden. “Kinderen stonden te huilen. Ik niet. Ik vond spuiten niet eng. Op de grond lag ook marmoleum. In een warme blauwgrijze tint.” Ze zoekt even op internet. “Kijk, deze was het.”

Voor Flotex bedacht Hilde een print met elkaar deels overlappende, uitvergrote tulpenblaadjes in een repeterend patroon van verglijdende kleuren. Door de uitvergroting van de tulpenblaadjes in Photoshop treedt een abstrahering op van het motief. “De kleurstroken mogen onregelmatig toegepast worden. Een beetje zoals de tulpenvelden in Lisse, als ze bloeien. Die zien er een beetje als een lappendeken uit. Dus bijvoorbeeld een enkele gele strook, dan weer een dubbele blauwe. Dan weer drie rode.” Haar vloer heeft grote ruimtes nodig. Een hotellobby bijvoorbeeld. Ze zou het helemaal geweldig vinden als haar vloer op Schiphol zou komen te liggen. “Mensen arriveren midden in een tulpenveld. Zonder dat het ze opvalt.”

 

Circa:
Nee

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0