Stille rituelen (Frans Hals, Cornelia Vooght)

Hendrikje Koffeman-Korf, 91 jaar, werd in 2013 gefilmd voor de documentaire Levende Klederdracht van Niek Koppen. Ze zit in haar stille kamer, een kanariepietje piept af en toe op de achtergrond. Ze heeft net van de hulp een strak zwart kapje over haar hoofd getrokken gekregen. Speldjes tussen de lippen, één steek, twee, ze ondergaat het geroutineerd. ‘Effe vasthouden, Henkie’, zegt de hulp. ‘Zo dan?’ Henkie mompelt oké. 

Het ritueel voltrekt zich zo moeiteloos. Ze moet het al zo’n dertigduizend keer in haar leven hebben ondergaan. Eerst deed haar moeder het voor haar, toen deed ze het zelf, nu krijgt ze hulp. Toen ik naar Henkie keek en hoe die oorijzers strak in haar wangen knelden, zag ik ineens al die vrouwen voor me die me zo vertrouwd zijn aan de muren van musea, met hun hoofdkapjes. De vrouwen van Hals, van Rembrandt, van Verspronck en Van der Helst.

Cornelia hier heeft een bescheiden kapje van twee lagen batist met schijnbaar een rode band eronder en een fijne kanten rand op het haar. Geen parels op de spelden, geen zichtbaar geborduurd onderkapje, geen gouden oorijzer in haar wang, al knelt het einde precies mooi onder haar jukbeen, wat de vorm van haar gezicht goed doet. Toch zal het een kapje zijn met een verhaal; het was heel normaal om zulke stukken in je testament te laten zetten en over te dragen aan zussen of dochters.

Als je zo gewend bent aan dat dagelijkse stille ritueel je te kleden volgens een vrijwel vast patroon, denk ik dat je je pas echt jezelf voelt in dracht. Dat je een beetje ‘jezelf‘ aantrekt met die kleding. De luxe mantel met bont die Cornelia draagt, een vlieger, het geborduurde zwarte satijn van haar borststuk met de rij gouden knopen en de brede kanten manchetten; het zijn kleren als personages, uit een tijd dat die stukken vaak getuigen waren van hele levens. Ze geven de vrouw een waardige schoonheid. Elk stuk een sieraad dat ‘s avonds liefdevol in doeken werd opgeborgen en het waard was om generaties doorgegeven te worden. De omgang met kleding was een tastbare en een langdurige. Je ziet ze en denkt waarom in vredesnaam denken wij zo veel wegwerpkleding nodig te hebben? (Frans Hals, Cornelia Vooght, 1631)

[Bovenstaande tekst is gemaakt bij het werk Cornelia Vooght van Frans Hals (1631) in de tentoonstelling Ik zie, ik zie... in het Frans Hals Museum. Net als bij het spelletje Ik zie, ik zie … wat jij niet ziet worden bezoekers uitgedaagd vele visuele geheimpjes te ontdekken door de ogen van anderen. Bezoek de tentoonstelling.]

Jaar:
1631
Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 1