Cornelis Bontekoe

Gevierd en verguisd was hij, de zeventiende-eeuwse arts Cornelis Bontekoe. Zijn naam dankte hij aan het uithangbord van zijn vaders grutterswinkel. Daarop prijkte een bonte koe, mogelijk symbolisch voor de kwaliteit van de winkel of de hoeveelheid waar die er te koop was. Bonte koeien stonden erom bekend dat ze meer melk gaven dan rode of zwarte. Geen gekke benaming voor deze vooruitstrevende dokter.

Hij werd geboren in 1647. In Alkmaar, de stad waar hij ook zijn jeugd doorbracht, opgevoed door zijn stiefmoeder, de nicht van zijn eigen moeder. Zijn biologische moeder, had op haar sterfbed haar man met klem had verzocht na haar dood deze nicht te trouwen, uit angst voor ‘eene kwade stiefmoeder’. Cornelis trof het. Hij hoefde pas op acht jarige leeftijd naar school. Behept met een vlugge geest liep hij snel in op klasgenoten, sterker, hij liet ze met afstand achter zich. Hij ging in de leer bij de plaatselijke chirurgijn Jan Burger maar Cornelis wilde meer. Hij schreef zich als student in Leiden, om zich te laten onderrichten bij de vermaarde Jan van Horne en François de la Boë Sylvius. Hij promoveerde en keerde terug naar zijn geboortestad, trouwde en kreeg twee dochtertjes die helaas niet lang hebben geleefd. Ook zijn vrouw had hij te ruste moeten leggen. Hij trouwde nogmaals maar dit huwelijk liep spaak en werd beëindigd met een rechtzaak.

Kont tegen de krib

Hij hield eerst succesvol praktijk in Alkmaar, vertoefde eentijdje in de Rijp, later in Den Haag en schopte het tot lijfarts van de keurvorst in Frankfurt. Zijn cartesiaanse ideeën over geneeskunst leidden in universitaire kringen al tot felle discussies. Ook wekten ze afgunst bij collega’s en apothekers. Hij pleitte voor rationele behandelmethodes en fulmineerde tegen de gebrekkige kennis van apothekers. Hij mengde zelf kruiden en nam zelfs een assistent in dienst. Hij was tegen aderlaten en schreef thee voor als medicijn. 

Thee

Al in 1679 verscheen de tweede, in 1685 de derde druk van zijn Tractaat Van het Ecellenste Kruyd Thee. Tweemaal daags acht of tien kopjes tot je nemen, was het volgens hem het minimum. Maar hoe meer hoe beter. Tussen de vijftig en honderd tot zelfs tweehonderd kopjes per dag, voor wie het aankon, zou helpen tegen een veelheid van kwalen. Naar zijn zeggen ‘verdrijft thee zware droomen, verlicht de hersenen van zware dampen, verlicht en geneest alle duizelingen en pijnen des hoofds, is zeer goed voor de waterzucht, verdroogt de vochtige catarnen van het hoofd, verteert alle rauwe vochtigheid, neemt weg alle verstoptheid, maakt het gezicht klaar, zuivert de verbrande humeuren en hitte der lever, geneest alle gebreken der blazen, verzacht de grove milt, verdrijft overtolligen slaap, verjaagt de dommigheid, maakt gauw en wakker, courageert het hart, doet de vrees wijken, verdrijft alle pijnen der koliek, die door wonden ontstaan zijn, is goed tegen de inwendige gebreken der lijfmoeder, versterkt alle inwendige deelen en verterende krachten, scherpt het vernuft, versterkt de memorie, verwakkert het verstand, purgeert zachtelijk de gallen en lescht den dorst.’ Bewijzen kon hij de heilzame werking van thee niet. Tegenstanders noemden hem hierom een ‘snorker, een weetniet, een lijfdooder een plattert en een windblazer’. Kwade tongen verspreidden het gerucht dat hij zich liet sponsoren door de VOC. Het vermoeden dat hij corrupt zou zijn werd nog versterkt toen hij ‘zijn voorgevoel ‘ over de gezondheid van chocola en koffie bekend maakte.

Bont en blauw

Zijn dood was al even spraakmakend als zijn leven. Op 13 Januari 1685 heerste er ontsteltenis in huize Jacob Vaillant, schilder van de Keurvorst van Brandenburg Frederik Wilhelm, in Berlijn. Dokter Cornelis Bontekoe, lijfarts van de vorst en hoogleraar te Frankfurt, verkeerde in levensgevaar. Hij had na het rijden van visites in Berlijn bij Vaillant in gezelschap van vrienden de maaltijd genuttigd. Daar had hij zich even teruggetrokken met de mededeling dat hij zo weer terug aan tafel zou zijn. Maar na enkele treden te hebben genomen, was hij achterover van de trap gevallen. Zijn bediende vond hem onderaan de trap in een plas bloed. Hij zou een schedelbasisfractuur hebben opgelopen. Het leek later op de avond beter met hem te gaan. De pols nam weer toe. Maar toch, rond drie uur ’s nachts werd Bontekoe bont en blauw in het gezicht. Er liepen twee lange brokken geronnen bloed uit zijn neus, waarna hij zeer bleek werd en met een paar snikjes de geest gaf.

Functie / titel:
Dokter
Plaats geboorte:
Alkmaar
Plaats sterven:
Berlijn, Duitsland
Sekse:
Man
Woonplaatsen:
Alkmaar, Leiden, Den Haag, De Rijp, Amsterdam, Frankfurt am Oder

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0

Reacties

Heel lekker geschreven stukje over deze interessante bontekoe!