Slag bij Monte Cassino

De slag bij Monte Cassino bestond uit een reeks van zeer hevige veldslagen die in 1944 rond de historische abdij van Benedictus bij het Italiaanse Cassino en omgeving werden uitgevochten. Het doel van de geallieerden was om bij dit punt de zwaar versterkte Duitse Gustav linie te doorbreken en zo snel een einde aan de campagne in Italië te maken.

Italië wordt door het Apennijnen-gebergte doormidden gedeeld. Om met een modern gemotoriseerd leger vanuit het zuiden naar het noorden te kunnen trekken, moet er dus een zeer gedegen natuurlijke barrière worden overwonnen. Dit zouden de geallieerde legers, nadat ze in 1943 na de landingen bij Salerno het Italiaanse vasteland betraden, aan den lijve ondervinden.

Op het moment van de geallieerde landing bij Salerno werd Mussolini afgezet en gaf het nieuwe regime alle Italiaanse strijdkrachten over aan de Britten en Amerikanen. Hitler was echter niet bereid zomaar de onderbuik van het Duitse Rijk uit handen te geven en liet Italië razendsnel door zijn Duitse Wehrmacht bezetten. Er werd een uitgebreid systeem van linies opgetrokken langs de kammen van het Apennijnen-gebergte. De eerste opmars zou bij de zwaar versterkte Gustav-linie moeten worden gestuit. Door de natuurlijke barrière die de vele bergen al vormden, hadden de Britten en Amerikanen slechts twee mogelijkheden om de Gustav-linie te doorbreken.

Terwijl de befaamde Britse maarschalk Montgomery langs de vlaktes langs de Adriatische kust probeerde door te breken, concentreerde het Amerikaanse leger zich op een doorgang door de Liri-vallei. De toegang tot deze vallei werd echter bewaakt door de berg Monte Cassino en de strategisch zeer gunstig gelegen zesde-eeuwse abdij.  Deze abdij was in 576 door Benedictus gebouwd en huisvestte talloze belangrijke religieuze documenten manuscripten en kunstwerken. Het gebouw was dus van grote historische waarde.

Tegelijkertijd probeerden de Amerikanen door een amfibische landing bij Anzio de Gustav- linie te omzeilen en de verdedigers aldaar tot terugtrekking te dwingen. Tijdens de eerste slag van Monte Cassino tussen 17 en 25 januari 1944, probeerden de Amerikanen de berg en het aan de voet liggende stadje Cassino, te veroveren. Na hardnekkige tegenstand werden ze echter gedwongen zich met zware verliezen terug te trekken. Hierbij hebben met name Algerijnse en Marokkaanse troepen in Franse dienst zich door hun moed en doortastendheid onderscheiden.

Blunder van jewelste

Na het falen van de Amerikaanse aanval was het de beurt aan de Britten. Met name Brits-Indische en Nieuw-Zeelandse troepen continueerden simpelweg het Amerikaanse plan en bestormden de berg en Cassino, wederom tevergeefs. Enkele bevelhebbers waren van mening dat de toegang tot de Liri-vallei nooit kon worden verkregen zonder de vernietiging van de historische abdij. Duitse artillerie-spotters zouden vanuit hier het gehele slagveld kunnen bestrijken en het de geallieerden onmogelijk maken ooit een doorbraak te forceren. Hierop vond één van de meest beschamende blunders van de geallieerden in de Tweede Wereldoorlog plaats. Tijdens een grootschalig bombardement (zie video), zowel uit de lucht als vanaf de grond, werd de abdij volledig in de as gelegd. De enige doden bleken echter gevluchte burgers en schuilende monniken te zijn. Van de berichten over de Duitse bezetting van de abdij bleek niets waar te zijn. Sterker nog, later is gebleken dat de Duitse bevelhebber alle historische schatten uit de abdij veilig had laten stellen door deze naar het Vaticaan te transporteren. Ook is gebleken dat de Duitsers met de monniken hadden afgesproken de abdij niet voor militaire doeleinden te gebruiken.

Een onbevredigend eind

Toen de abdij echter tot een ruïne was verworden, vormde het de perfecte verdedigingspositie voor de Duitsers. Doordat de Duitsers zich konden verschansen in goed afgeschermde puinhopen, hadden de geallieerden het zichzelf alleen maar nog moeilijker gemaakt. Alle pogingen om de berg te veroveren, mislukten dan ook jammerlijk en hadden de slag tot een ware uitputtingsslag gemaakt. De Amerikaanse landing bij Anzio was ook nooit verder dan het strand gekomen, waardoor de Duitsers hun troepen langs de Gustav- linie konden blijven bevoorraden. Pas nadat de Duitse verdedigers bij Monte Cassino door aanvallen van Amerikaanse duikbommenwerpers op de aanvoerlijnen werden verstoken van bevoorrading, wisten de geallieerden verder op de berg te komen. Uiteindelijk waren het Poolse troepen die op 18 mei als eerste de top bereikten. De Duitsers waren echter al vertrokken en hadden zich achter de verder gelegen Hitler-linie verschanst.

Nadat de Amerikanen ook bij Anzio eindelijk een doorbraak hadden geforceerd, lag de weg naar Rome open.  De Italiaanse hoofdstad werd op 4 juni bevrijd. Helaas voor de veteranen van de bloedige Italiaanse campagne heeft deze gebeurtenis weinig indruk gemaakt. Twee dagen later vond namelijk de geallieerde invasie van Normandië plaats waardoor de bevrijding van Rome werd ondergesneeuwd. Ook zou het nog tot het einde van de oorlog duren voordat ook het noorden van Italië was bevrijd. Nadat Hitler de gevangengenomen Mussolini door commando’s had laten bevrijden, heeft hij hem nog een jaar als president van een marionetten- regering in Noord-Italië laten aanblijven. De laatste Duitse troepen verlieten Italië pas in mei 1945.

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0