Wandelroute: van dorp tot stad

Deze route is gemaakt door Fred Schweitzer en Jan van der Linden

Zodra je met de trein in Beverwijk bent gearriveerd,loop je het stationsgebouw uit en ga je rechtdoor. Je steekt over bij het zebrapad van de Wijckermolen en loopt via het Stationsplein langs de beide bankkantoren richting de Breestraat. Bij de Breestraat aangekomen, steek je deze winkelstraat over en je wandelt rechtsaf de Koningstraat in. Dit is één van de oudste wegen van Beverwijk. Bij de kruising met de Zeestraat aangekomen ga je rechtsaf het korte stukje van de Zeestraat in. Je komt dan in de Breestraat, de hoofdwinkelstraat, en steekt deze over om aan de overzijde linksaf te gaan om de Breestraat te vervolgen. De Breestraat is een komkommervormige marktstraat die aan het einde van de 13e eeuw is aangelegd. De gevel- of rooilijnen dateren nog uit die tijd. Voordat je de Raadhuisstraat voorbij loopt is het belangrijk

dat je even goed kijkt naar de straat. Als je de straat inkijkt kun je zien dat het plaveisel flauwtjes afloopt. Dat klopt want aan het einde van de straat lag in 1300 de oever van het Wijkermeer. Nadat je je weg op de Breestraat hebt vervolgd, ga je rechtsaf de Nieuwstraat in. Ook deze weg loopt flauwtjes af richting het Meerplein, naar het vroegere

Wijkermeer. Als je door de Nieuwstraat loopt zie je aan de linkerzijde het Slangenwegje. Dit is de oorspronkelijke marktstraat van Beverwijk. De markt vond niet plaats door middel van marktkramen op straat, want dat is van later tijd.

De huizen die aan deze straat stonden waren stadswoningen. Aan de achterzijde werden de handelswaren vanuit het schip in het pakhuis gebracht. Op de dagen van verkoop werden aan de voorzijde de luiken open gezet met haken. Zo ontstond een plank waarop de waren uitgestald konden worden. Interessant is dat het Slangenwegje evenwijdig liep aan de oever van het Wijkermeer, inclusief de bochten die de oever maakte. Vandaar de naam Slangenwegje. Je loopt door tot aan de Meerstraat. De gevellijn van de huizen aan de Meerstraat vormde vroeger rond 1300 de oeverlijn van het Wijkermeer. Door het aanwassen van land kwam de oeverlijn steeds verder naar het oosten te liggen. Om de goederen toch in de haven en dichtbij de markt van Beverwijk te krijgen, werd een vaart gegraven en een haven gecreëerd. Het aangrenzende Meerplein, thans parkeerterrein, was tot 1956 de haven van Beverwijk en heette “De Meer”. Via een vaart, “De Pijp”, kwamen de schepen in het Wijkermeer en voeren rechtstreeks naar Amsterdam en Alkmaar. Op De Meer werden de beroemde Beverwijkse aardbeien ingescheept om getransporteerd te worden. Je loopt terug naar de Breestraat. Hier aangekomen ga je rechtsaf. Aangekomen bij huisnummer 79, tegenover de Begijnenstraat, steek je de Breestraat over.

De historische panden Breestraat 96 en 101 hebben de status van rijksmonument. Aan de rechterkant zie je de RK kerk Sint Agatha. Gelijk op de hoek met de Bloksteeg, een naam die duidt op vroegere scheepsbouw, staat een monumentaal herenhuis uit de 18e eeuw dat nu nog dienst doet als pastorie. De rooms-katholieke St. Agathakerk is gebouwd naar een ontwerp van de architecten J.Th.J. en P. Cuypers. De centraalbouw, bestaande uit een dominante achtzijdige koepel en een krans van eveneens door koepels overwelfde straalkapellen, is in de jaren 1922-24 tot stand gekomen in een door de byzantijnse en vroegchristelijke bouwkunst geïnspireerde bouwstijl. In 1958 is de bekroning van de koepel verhoogd en voorzien van een carillon. In de kerk bevindt zich een vroeg zestiende-eeuws eikenhouten beeld van Maria met kind op de maansikkel, afkomstig uit de Nederlands Hervormde Kerk in Beverwijk. Wanneer de kerk open is, op woensdag- en zaterdagmiddag, is het zeker de moeite waard om even binnen te kijken. De kerk is in 2002 en 2003 geheel gerestaureerd. We vervolgen onze route over de Breestraat tot aan de Peperstraat en gaan linksaf. De panden Peperstraat 22 t/m 28 vormen samen een gaaf bewaarde gevelwand. Al deze panden hebben de status van gemeentelijk monument.

Aan de rechterzijde van de straat staat het woonzorgcentrum “Lommerlust”. Dit is de naam van een buitenplaats dat hier vroeger heeft gestaan. Als je naar de recreatiezaal gaat (even vragen bij de receptie!), dan kun je op het binnenpleintje een “kluisje’ een tuinhuisje) zien. Het is een replica van het originele huisje dat in de tuin van Lommerlust heeft gestaan toen de schrijfsters Aagje Deken en Betje Wolff in het huis woonden (1782-1788). Een bekend boek van hun hand is “De historie van Mejuffrouw Sara Burgherhart”. Gelijk voorbij het zorgcentrum ga je rechtsaf naar het achter gelegen plantsoen. Het voetpad door het plantsoen voert je naar de Grote Kerk. De Nederlands Hervormde Kerk is de oudste kerk van Beverwijk en kent een veelbewogen historie. Op of nabij

de plaats van de huidige kerk stond mogelijk vóór 859 al een bescheiden kapel, een zogenaamde eigenkerk vermoedelijk gesticht door de Friese heer Guthe. In de 13de eeuw werd een tufstenen kerk gebouwd, die in de jaren 1400 – 1475 plaats moest maken voor een grotere kerk in gotische stijl. Na het vertrek van de Spaanse troepen in 1576 lag de kerk in puin. In 1592 werd begonnenmet de herbouw van de kerk, die inmiddels door de Staten van Holland en West-Friesland was toegewezen aan de aanhangers van de reformatie. Deze herbouw was klaar in 1648. Aan de kerk zijn drie grafkapellen van regentenfamilies gebouwd, waarvan die van de familie Van Harencarspel met de indrukwekkende rouwborden de belangrijkste is.

De driebeukige rechtgesloten hallenkerk, die uit de 16e eeuw stamt, wordt door een lage tussenvleugel verbonden met de hoge westtoren. Het staat op de plaats van de voormelde voorganger, die van tufsteen was gemaakt. Dat is te zien aan de geelkleurige stenen die in de gevels zijn verwerkt. Als de kerk open is, is het zeker de moeite waard om er eens rond te kijken. De toren, ook wel bekend als de Wijkertoren, is vanaf ca 1800 van de stad. De rest van het kerkgebouw is vande parochie of de gereformeerde (later hervormde) gemeente. Bij goed weer vormde de toren een baken voor de schippers op zee. Rechts van de kerktoren bevindt zich een bakstenen huis, uit de 17e eeuw, voorzien van, een gemetselde dakkapel met trapgevel. In dit pand is  Cultureel Café Camille gevestigd. Met de kerktoren in de rug loop je de Torenstraat in en ga je aan het einde linksaf. Je bevindt je nu in de van het Moensplein en de Stumpiusstraat, staat een voormalige Gereformeerde Kerk (Moensplein 8) en een voormalig kantoor van de dienst Gemeentewerken (Moensplein 10). Beide gebouwen uit 1930-1931 zijn gebouwd in interbellum-architectuur. We vervolgen onze route naar links over het 2e gedeelte van de C.H. Moensstraat richting de Zeestraat. Aangekomen op de hoek C.H. Moensstraat / Zeestraat staan we feitelijk op de oude gemeentegrens tussen Beverwijk en Wijk aan Zee en Duin. Je gaat hier rechts af, niet de Groenelaan in, maar je gaat de flauwe bocht volgend de Zeestraat in. Deze weg, de naam zegt het al, loopt tot aan het kustdorpje Wijk aan Zee. Ook in deze straat staan een aantal interessante panden waarvan de cultuurhistorische betekenis is gewaardeerd met een monumentenstatus. Het pand op huisnummer 104 geniet bekendheid van- Baanstraat. Door de Baanstraat te blijven volgen passeer je achtereenvolgens links de Jan Alsweg en rechts de Romerkerkweg. Aan de rechterzijde ontwaar je op het adres Baanstraat 72 de voormalige Bisschoppelijke Kweekschool uit 1906. Deze school voor de opleiding van katholieke onderwijzers is tot de jaren tachtig van de 20e eeuw in gebruik geweest. Nadat je de Patersweg voorbij bent gelopen zie je aan de linkerzijde op het adres Baanstraat 53 – 53D een voormalig woonblok daterend uit de 18e eeuw. Je steekt het kruispunt (Kloosterstraat / Kees Delfsweg) over. Deze straat was vroeger een lijnbaan, waar scheepstouwen werden gemaakt. Iets verderop in de Baanstraat ga je rechtsaf de C.H. Moensstraat in.

Na het appartementengebouw te zijn gepasseerd ga je direct rechtsaf door het kleine plantsoen, langs de drinkfontein. Schuin tegenover de fontein, op de hoek eenman Gerard van Velsen. Hij was de ambachtsheer van de Wijk. De ontwikkeling van de handelswijk verliep snel, wat ertoe leidde dat graaf Jan de Eerste in 1298 een stadsbrief verleende aan de burgers van Beverwijk. Daardoor werd zowel het kerkdorp als de handelsnederzetting binnen één stadsgrens ondergebracht. De stad was geboren. Tot circa 1492, de Kaas- en Broodopstand van de Kennemers, ontwikkelde Beverwijk zich als marktplaats. Daarna volgden een aantal rampen, zoals een grote stadsbrand, plunderingen door de roversbende van Zwarte Pier en de 80-Jarige Oorlog. Deze gebeurtenisse leidden ertoe dat de groei op het gebied van de handel voor Beverwijk eindigde. Wel profiteerde Beverwijk van de groei die elders, met name in Amsterdam en Haarlem, optrad.

Van zomerverblijven tot actieve gemeenschap

In de negentiende eeuw, na de aanleg van het Noordzeekanaal, kwam de industrialisatie op gang. Ook in Midden-Kennemerland ontstonden belangrijke industrieën, zowel grootschalig als kleinschalig. De aanleg van het kanaal en de industrialisatie trok nieuwe mensen aan. Naast de industrialisatie nam ook de mobiliteit van de mensen toe, eerst schoorvoetend, later bijzonder snel. Hierdoor vestigden zich steeds meer mensen in Beverwijk en omgeving die ergens anders werk vonden, zoals in Amsterdam en Haarlem. De forens was geboren. De vertaling van deze ontwikkeling vinden we terug in de woningbouw, zoals de bouw van arbeidersbuurten en villawijken, maar ook in de aanleg van infrastructuur. In 1867 reed de eerste stoomtrein van Haarlem naar Uitgeest . In 1873/74 werd stratief beheerd door de abdij van Egmond, een eigen klooster van de graaf van Holland. In de 11e-13e eeuw nam een meier de honneurs waar en we kunnen daarom met recht spreken van een meierij.

Van overslagplaats tot stad

In de tweede helft van de 13e eeuw ontstond nabij de oevers van het (Wijker-)meer een handelsnederzetting.Een handelswijkje voortgekomen uit een overslagplaats van goederen, die bestemd waren voor de abdij van Egmond. Deze nederzetting ontwikkelde zich tot marktplaats en ontving in 1276 marktrechten van de Hollandse graaf Floris de Vijfde. Dit gebeurde op verzoek van de leenman Gerard van Velsen. Hij was de ambachtsheer van de Wijk. De ontwikkeling van de handelswijk verliep snel, wat ertoe leidde dat graaf Jan de Eerste in 1298 een stadsbrief verleende aan de burgers van Beverwijk. Daardoor werd zowel het kerkdorp als de handelsnederzetting binnen één stadsgrens ondergebracht. De stad was geboren. Tot circa 1492, de Kaas- en Broodopstand van de Kennemers, ontwikkelde Beverwijk zich als marktplaats. Daarna volgden een aantal rampen, zoals een grote stadsbrand, plunderingen door de roversbende van Zwarte Pier en de 80Jarige Oorlog. Deze gebeurtenissen leidden ertoe dat de groei op het gebied van de handel voor Beverwijk eindigde. Wel profiteerde Beverwijk van de groei die elders, met name in Amsterdam en Haarlem, optrad.

Een rustiek gebied met buitenplaatsen

De schaduwrijke omgeving van Kennemerland aan deoevers van het Wijkermeer lonkte naar de rijke kooplieden in de steden. Zij trokken naar “het platteland” om er een tweede, vaak riant onderkomen te laten realiseren. In de omgeving van Beverwijk werden zodoende zomerverblijven gebouwd met even zo mooie tuinen, in een oase van rust. Voorbeelden hiervan in Beverwijk zijn de huizen Akerendam, Scheybeeck en Westerhout.  het Wijkermeer ingepolderd e het Noordzeekanaal de nieuwe waterweg naar Amsterdam. In 1957 werd deautobaan van Amsterdam/Haarlem naar Alkmaar geopend. Aan de kop van de Randstand ontstond een bloeiende gemeenschap. Van het rijke verleden van Beverwijk lijkt ogenschijnlijk veel verdwenen. Echter, wanneer we oog hebben voor details, dan blijkt spoedig dat er meer uit het verleden is overgebleven dan we op het eerste gezicht zouden denken. Het ontdekken van die bezienswaardigheden, maakt de stadswandeling van Beverwijk tot een echte ontdekkingstocht. wege het feit dat de toenmalige eigenaar H.G. Polvliet in 1912- 1913 langs de achtererfgrens van het terrein een werkplaats liet bouwen voor het knopen van tapijten. Deze handtapijtknoperij was bekend onder de naam “Kinheim”. De werkplaats is gesloopt, na beëindiging van de activiteiten.

 

Adres

Stationsplein
Beverwijk
Nederland

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0