De Boerenoorlog – en de jihad

De afgelopen week las ik het vuistdikke en terecht met de Libris Geschiedenisprijs bekroonde boek De Boerenoorlog van Martin Bossenbroek. Een formidabele beschrijving van de oorlog tussen de van Nederlanders afstammende ‘Boeren’ en de Britten in Zuid-Afrika rond 1900.

‘Oorsprong van de apartheid. Eerste mediaoorlog. Voorproefje van de Eerste én de Tweede Wereldoorlog’, noemt de achterflap die oorlog. Niets aan gelogen. Maar De Boerenoorlog is vooral ook interessant, omdat ze onwillekeurig aan het denken zet over het heden.

De underdog in het jongensboek
Wat me namelijk opviel bij het lezen, was dat ik automatisch sympathie opvatte voor die arme, maar heldhaftige Boeren – de huidige Afrikaners. Dat heb ik normaal gesproken niet snel. Bossenbroek verzwijgt in zijn boek bovendien niet dat de Boeren – de latere architecten van apartheid – toen al (of misschien juist wel toen) overtuigde racisten waren.

De Boeren vormden tijdens de Boerenoorlog echter in alle opzichten de underdog. Ze hadden geen schijn van kans, maar vochten koste wat het kost door om hun land, geloof en cultuur te beschermen. Dat leest inderdaad als een ‘jongensboek’, de term waarmee De Boerenoorlog in Nederlandse media werd aangeprezen.

Gaandeweg het lezen dacht ik bij de Boeren echter onwillekeurig steeds vaker aan moslimterroristen. De Oranje Vrijstaat en Transvaal wisselde ik dan in voor het Midden-Oosten, Groot-Brittannië voor de Verenigde Staten, goud voor olie. Uiteraard snapte ik tijdens zulke gedachtesprongen wel dat de twee situaties niet hetzelfde waren, dat er veel verschillen bestaan, maar ik kon toch ook niet helemaal om de parallellen heen.

Gereformeerde jihad
Het begon ermee dat de Boeren zo’n bij uitstek radicaal gelovig volk waren. Hun gereformeerde liefde voor God vormde de basis van hun onverzettelijkheid in de strijd. Een soort jihad dus. Zo citeert Bossenbroek Boerengeneraal Louis Botha, die zijn manschappen op een gegeven moment op het hart drukt als de verliezen groot zijn: ‘Broeders, broeders, ik smeek u, val niet uit het geloof, maar blyf in het geloof en stryd in den naam des Heeren.’

Opvallend is verder dat de haat van de gereformeerde ‘jihadisten’ zich richtte op de ultieme grootmacht in de wereld – Groot-Brittannië destijds – die hen tot een oorlog had uitgedaagd vanwege de enorme rijkdom aan grondstoffen in ‘hun’ Transvaal – goud in dit geval.

De goudmijnen waren al grotendeels in Britse handen, net zoals veel actieve oliemaatschappijen in het Midden-Oosten nu Westers zijn. Maar de Britten wilden, net als Amerikanen en Europeanen in relatie tot olie nu, graag nog meer controle over de winning van het goud rond Johannesburg.

De Britten voegden aan hun strijd tegen de Boeren bovendien een wat schijnheilige humanistische component toe. De Boerenrepublieken zouden niet democratisch zijn, stelden zij, en de mensenrechten (van zwarten) werden op grote schaal geschonden. Schijnheilig, want in de praktijk behandelden Britten hun zwarte onderdanen niet heel veel beter. Hoe dan ook, het maakte de economische strijd voor de Boeren ook tot een strijd tegen de Verlichtingsidealen die de Britten hen wilden opleggen.

Het was een strijd die de minder machtige Boeren lang volhielden door gebruik te maken van guerrillatactieken, zoals sabotage en aanslagen, die overzee door cultureel verwante volken, in de eerste plaats Nederlanders, uitgebreid werden bejubeld – net zoals de aanslagen van 9/11 in New York en Washington door sommige moslims in bijvoorbeeld Pakistan en Indonesië werden toegejuicht.

Zal Al-Qaida ooit ook sympathie gaan oproepen?
Wat ik mij tijdens het lezen van De Boerenoorlog op basis van deze parallellen afvroeg, was in hoeverre het mogelijk zou zijn dat er over ruim honderd jaar een ‘jongensboek’ wordt geschreven over het verzet van moslimextremisten tegen de huidige neo-imperialistische drang van het Westen.

Zou het kunnen dat Al-Qaida, ondanks zijn uiteraard verachtelijke conservatieve denkbeelden, tegen die tijd, terugkijkend, als underdog onwillekeurig ook enige sympathie opwekt?

Ik hoop van harte van niet. Maar dat beseffende is het wel zaak hiervoor ook te waken bij het lezen van het juist zo objectief geschreven De Boerenoorlog, en de Boeren niet de heldenstatus toe te dichten die zij onwillekeurig toch automatisch oproepen bij het lezen. Zonder overigens de daden van de Britten, het opzetten van de allereerste concentratiekampen ooit bijvoorbeeld – net als de inval in Irak, drone-aanvallen en Guantanamo Bay nu – ook maar iets minder vulgair te vinden.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd op DeBuitenlandredactie.nl.
Meer informatie ook op nielsposthumus.com.

Tags

Reageren