Das war einmal!

Vergapen aan vergane glorie bij Der Kaiser! in Paleis Het Loo.

“Had ik toen maar geleefd”, zwijmelt het hippe pubermeisje. Ze tuit haar lippen en maakt een selfie voor de foto van het huwelijksdiner dat de Duitse keizer Wilhelm II in 1913 gaf ter ere van zijn enige dochter.
“Moet je kijken! Die jurken, die kapsels, die prachtig gedekte tafels, hoe gaaf is dat?!”
De jongen naast haar schudt zijn hoofd.

“Als je toen had geleefd, had je niks te bikken gehad, zus. Waar denk je dat Der Kaiser het geld vandaan haalde? Van mensen als jij en ik. Mensen die zich het licht uit de ogen werkten tegen een hongerloontje waarvan de helft in de schatkist verdween. Makkelijk pronken, hoor, met het geld van een ander!”
“Ach joh, dit is toch gewoon schitterend! Het lijkt de Titanic wel, met Rose en Jack. Zó romantisch.”
Hij gniffelt: “Kom mee, achter in de zaal staat Willems auto. Kijken of Rose en Jack die al ontdekt hebben. Beslagen ruiten, dát is pas romantisch…”

Lachend kijk ik broer en zus na. We zijn niet de enige bezoekers vandaag: het is druk bij de tentoonstelling Der Kaiser! in Paleis Het Loo.
Tientallen mensen vergapen zich aan de pracht en praal van lang vervlogen tijden. Een man loopt heupwiegend langs de vitrine waarin een Schotse kilt van de keizer hangt. Hij fluistert tegen zijn metgezel: “Ik denk dat der Willy dat wel handig vond, zo’n rokje. Konden hij en zijn vriendjes makkelijk overal bij.”
“Was Willem er één van ons, dan?!”
“Bewezen is het nooit, maar met zijn kekke knielaarzen en pittige pinhelm, zou hij zeker niet misstaan op de Amsterdam Gay Pride.” Arm in arm lopen ze verder.

De blik achter de schermen van het Duitse keizerrijk maakt onmiskenbaar emoties los; iedere bezoeker haalt zijn persoonlijke krenten uit de pap.
De schrijver in mij spreekt vooral Wilhelms werkkamer in Huis Doorn aan, die tijdelijk in de Westvleugel van Het Loo is ondergebracht. De kamer is gevuld met boeken en bij het raam staat een prachtig wit-goud geverfd secretaire met bijpassende prullenbak en zadelstoel. Die laatste zorgde ervoor dat de ex-keizer ook in ballingschap koninklijk rechtop achter de schrijftafel zat.

Erg uniek was de kruk overigens niet: bei uns zuhause had Wilhelm er 32, in elk paleis 1.
Vanuit het zadel werkte de ex-keizer elke middag aan eigen presentaties en onderzoeken. ’s Morgens hield hij zich bezig met houthakken. Dat deed hij zo fanatiek, dat het eens zo boomrijke landgoed van Huis Doorn in rap tempo ontboste.

Wilhelm overleed in 1941. Zijn dochter legde op zijn sterfbed een boeketje neer van zijden sneeuwklokjes, dat in Het Loo is tentoongesteld. De broer en zus die ik eerder zag bij het galadiner, kijken er naar. De jongen zingt. Als ik dichterbij kom en de tekst hoor, weet ik zeker dat Wilhelm zich op dat moment in zijn mausoleum omdraait:

Sneeuwklokje klingelingeling,
Sneeuwklokje kling.
Willem is gekomen,
ik zie het aan de bomen.
Sneeuwklokje kling.

---

Deze tekst is een inzending voor de schrijfwedstrijd bij de tentoonstelling Der Kaiser! in Paleis Het Loo.

Jaar:
2016
Circa:
Nee

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0