Een knipoog van uit de ‘biscuiterie’ naar de ‘brouwerie’

Jules Destrooper (1856-1934) is kleinzoon van een brouwersfamilie. Hoewel hij zijn grootvader-brouwer aan moederszijde niet heeft gekend. Heeft hij voldoende besef gehad van zijn grootmoeder-brouwster, zijn ooms en neven Verlende en Beschuyt die hun brouwerijen hebben uitgebaat tot aan de Tweede Wereldoorlog.

De afstamming moet aan moederszijde gezien worden. De vader van Jules Destrooper was geboren en opgegroeid in de stad Menen en ging door het leven als douane-ambtenaar. Omwille van de uitoefening van zijn functie was Adolphus Destrooper (1823-1873) halfweg de 19e eeuw woonachting in de Westhoek. Als controlerend douane-ambtenaar was hij ook bevoegd voor accijnscontrole in de lokale brouwerijen. In 1851 huwde hij (28 jaar) in Pollinkhove met brouwersdochter Amalia Verlende (1815-1900). Zij werd er geboren in 1815 en groeide samen met haar broers op in de brouwerij St.-Joris in de Vaartstraat in Pollinkhove. Dampende roerkuipen en gistende vaten waren voor hen totaal niet onbekend. De brouwerij werd uitgebaat door haar moeder Constance Vercaemer (1781-1876). Zij was weduwe in een eerste huwelijk van brouwer Petrus Beschuyt (1777-1810) en in een tweede huwelijk van brouwer Petrus Verlende (1870-1827). In de uitbating van het brouwbedrijf werd zij bijgestaan door Ivo Debruyne (1796-1856). Haar oudste zoon Pieter Beschuyt (1812-1880) nam ouderlijke de brouwerij St.-Joris over en baatte deze uit tot aan zijn overlijden in 1880. Hij werd opgevolgd door kinderen en kleinkinderen, die waren actief tot aan de Tweede Wereldoorlog. Broer Louis Verlende (1812-1880) verliet de brouwerij St.-Joris in 1847 en startte met zijn eigen brouwbedrijf op de site van de voormalige St.-Pietersabdij in Lo. De brouwerij St.-Louis zal actief blijven tot 1966.

Het huwelijk Destrooper-Verlende werd gesloten op 10 september 1851 in het gemeentehuis van Pollinkhove door burgemeester Petrus-Jacobus Godderis om 09.00 uur in de morgen in aanwezigheid van haar moeder Constance Verlende-Vercaemer (70 jaar). Als getuigen traden halfbroer Pieter Beschuyt (1810-1887) en brouwer Ivo Debruyne, ‘kennis’ van de bruidegom op. Een opmerkelijkheid wat te lezen staat in de huwelijksakte is dat de minister van financiën toestemde in het huwelijk, volgens de brief van de Controleur der douanen te Veurne in datum van 27.08.1851 (nr. 960). Het eerste kind van het echtpaar Destrooper-Verlende werd een jaar later geboren in Pollinkhove op 13 augustus 1852. De aangifte van geboorte gebeurde door vader Adolphus Destrooper en brouwer Ivo Debruyne.

Omwille van de uitoefening van de douanefunctie van vader Destrooper verhuisde het gezin tussen 1852 en 1853 van Pollinkhove naar Beselare. Daar worden nog vier kinderen geboren: Emiel (1853), Eduardus (1854), Jules (1856) en Alphons (1858). Vader Destrooper werd 50 jaar, hij overlijdt op 03.03.1878 in Wulveringem. Zijn 48-jarige weduwe Amalia Destrooper-Verlende besluit om met haar vier kinderen terug te keren naar Lo. Haar moeder Constance Verlende-Vercaemer en haar broers Pieter Beschuyt-Detollenaere en Louis Verlende-Van Hee die hun brouwerijen uitbaten in Pollinkhove en Lo. Haar jongste broer Nerius Verlende is er actief als zeepzieder.

De 17-jarige Jules Destrooper komt vanuit de stad Menen terecht in de landelijke Westhoek. De gemeenten Lo en Pollinkhove waren hem wellicht bekend van de familiale bezoeken. En wat ziet hij ooms en neven die bier brouwen en actief zijn in de handel en de ‘commerce’. Gedreven door deze familiale en economische context gaat hij wellicht opzoek naar iets voor zichzelf en richt zij zich op de bakkerstiel. Op 25.07.1885 richt hij een aanvraag naar College van Burgemeester en Schepenen van de Stad Lo om ‘broodbakkerie met bakoven’ te mogen oprichten. Wat ook werd toegestaan in augustus van hetzelfde jaar. Jules Destrooper is 29 jaar en op 19 oktober 1885 huwt hij met winkelierster Felicia Verweirder (22 jaar). Zij is dochter van Henricus Verweirder en Sophia Vantoortelboom, beiden herbergiers.

In combinatie met de bakkerij hield Jules ook een winkel in koloniale waren. De producten die werden verkocht, kwamen zowel uit Afrika als uit Azië. Hij bood onder andere koffie, thee, tabak, chocolade, kruidenierswaren en zeevruchten aan. Met de kruiden die Jules en Felicia verkochten in hun winkel, bakte Jules amandelbrood, maar wellicht introduceerde hij ook de kruiden aan zijn neven-brouwers Verlende en Beschuyt om deze te mengen in het kookproces van hun brouwsels. Wellicht werd ook bier gebruikt om dit de mengen in de beslagen van het gebak.

Moeder Amalia Destrooper-Verlende zag dat haar kinderen allemaal goed evolueren en rentenierde tot op haar 84e levensjaar. Zij overleefde haar twee broers brouwers: Louis Verlende overleed in 1880 en Pieter Beschuyt in 1887. Zelf overlijdt Amalia Verlende op 24.01.1900 in Lo. De ‘dochter van de brouwer Verlende’ maakt de lancering van het amandelbrood mee alsook in 1890 de lancering van het tweede koekje in zijn assortiment: het harde West-Vlaamse boterwafeltje of de lukke. Overtuigd dat deze koekjes samen werden gepresenteerd met een goed glas blond schuimend bier in beider families.

Chris VANDEWALLE

VANDEWALLE C., De bierslag van Zannekin - de mouterij-brouwerij St.-Louis in Lo, 2004
VANDEWALLE C., Oud Bruin - De bierlink tussen verleden en toekomst in Reninge, 2012

Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0