Achtste muurgedicht Archipelbuurt onthuld

Afgelopen zaterdag is het achtste muurgedicht in de Archipel- en Willemsparkbuurt onthuld. Het nieuwe gedicht is te zien op de hoek van Bankastraat en de Atjehstraat. Het gedicht is gekozen door de bewoners van het pand. Zij kozen het bijzondere gedicht Dromen van Constantijn Huygens.

De buurtbewoners waren in groten getale opgekomen ondanks het winderige en buiige weer. De feesttent wankelde een paar keer vervaarlijk en dreigde als een vlieger in de lucht te verdwijnen. Maar met behulp van een paar stevige keien werd dat voorkomen.  Om precies half vijf begon Ruth van Rossum, de voorzitter van de stichting ArchipelpoëZie, met de openingshandeling.

Hoe echt is een droom?

Ze dankte de gemeente Den Haag en het Fonds 1818 voor de ondersteuning en voorts Joop Bender, muureigenaar, en Anja Figee, bewoonster van het pand.  Wilma en Annebel van de Ontwerpvloot hadden weer het ontwerp gedaan. Er was  een bijzonder gedicht. Een gedicht van een echte Hagenaar, bijna 420 jaar geleden geboren en 91 jaar later overleden, de illustere Constantijn Huygens, alleskunner en onder meer secretaris van Frederik Hendrik en stadhouder Willem II. Van Rossum: ‘Dromen is een mooi en herkenbaar  gedicht, over hoe droom en werkelijkheid, fictie en realiteit, dag en nacht door elkaar heen kunnen lopen. Want hoe echt kan een droom niet lijken?’  

Frans Blom, Huygens-kenner, gepromoveerd op Mijn leven verteld aan mijn kinderen, de autobiografie van Huygens vond het gekozen gedicht het best denkbare gedicht voor deze plek. Hij vertelde dat Huygens geboren was in de Nobelstraat en vervolgens woonde aan het Lange Voorhout en het Plein. Daar had hij een bijzonder huis ontworpen – in nauwe samenwerking met zijn vrouw Sterre. Het was een bijzonder staaltje van Hollands Classicisme. Nazaten van de Huygens familie woonden er ook, maar op gegeven moment waren er geen opvolgers meer. In al zijn wijsheid besloot het toenmalige stadsbestuur het pand in 1876 te slopen in het kader van de toenmalige stadsvernieuwing. Blom: ‘Gelukkig hebben we nog het Mauritshuis, een kopie, en het kasteeltje Hofwijk in Voorburg.’ Over ieder gebouw dat hij ontwierp had Huygens een gedicht geschreven, zo ook voor zijn huis op het Plein. Blom waardeerde het feit dat nu, bij het achtste muurgedicht, ook weer sprake was van een combinatie van poëzie en een bouwwerk, de gevel van het pand.

De Ring van Saturnus

Hij las vervolgens de 17e eeuwse versie van het gedicht, dat heel begrijpelijk overkwam. Blom: ‘Huygens had een intellectueel publiek. Precies het publiek dat hier nu aanwezig is.’ Huygens gedichten waren compact en hij hield van woordspelletjes. ‘Dit gedicht is een epigrammetje. Het woordje zien is belangrijk. Het komt twee keer voor. In het gedicht stelt Huygens een filosofische vraag over waarheid. Wat is waar en wat is niet waar? En is de werkelijkheid die wij zien waar?  In de 17e eeuw gaat men veel meer dingen zien dan in de 16e. Via een telescoop ontdekte zoon Christiaan de Ring van Saturnus. Christiaan bedacht ook de Golftheorie met de Breking van het licht. De wetenschap was in volle ontwikkeling. Daarnaast  kwam de schilderkunst tot grote bloei, ook een vorm van zien. Constantijn Huygens was kunstadviseur van de Oranjes en was de ontdekker van Rembrandt.

Klompjes

Peter Verheul, de ontwerper van de letter, lichtte zijn letter Versa toe. Hij vertelde dat hij student van de beroemde Gerrit Noordzij was geweest op de Haagse Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, KABK. Noordzij had  ook enige boeken geschreven, waarin hij zijn theorie ten aanzien van letters – met kernbegrippen translatie en expansie – uitlegde. De Versa had Verheul in 2003 ontworpen voor boekomslagen. Prettige leesbaarheid stond voorop.  Zijn collega aan de Academie sloeg een aantal bladen om van het ontwerpproces. We zagen dat de letter een beetje springerig is, met een soort klompjes aan de uiteinden. In 2004 kwam de letter in vijf ‘gewichten’ op de markt. Helemaal uitgewerkt gaat het maar liefst om in totaal 30.000 karakters. In een iets aangepaste versie is de Versa ook de letter van de Rijksoverheid geworden, te zien op bijvoorbeeld Postbus 51 aankondigingen. En ook op de gevel van het KABK gebouw aan de Prinsessegracht is de letter te zien.  

Frederike Kossmann, winnaar van de Haagse Scholenslam, las het gedicht voor en daarnaast een goed passend eigen gedicht met de titel ‘Slaapverdronken’. En toen werd het gedicht officieel in gebruik gesteld.

Foto’s 1- 3, Eelco van der Waals, foto’s 4-7, Derk Hazekamp

Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0